In december hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,3 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat voornamelijk om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. In de laatste drie maanden is deze niet-beroepsbevolking met gemiddeld 19 duizend per maand afgenomen.
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar.
In april 2022 bereikte de werkloosheid met 3,2 het laagste percentage in de reeks met maandcijfers vanaf 2003. Daarna nam de werkloosheid toe naar 3,8 procent in augustus en september. Vervolgens daalde de werkloosheid weer. In december 2022 waren 352 duizend mensen werkloos, dat is 3,5 procent van de beroepsbevolking.
Tussen november en december 2022 nam het aantal WW-uitkeringen toe met 4,3 duizend. Het totaal aantal WW-uitkeringen kwam daarmee op 149,2 duizend eind december. Een toename van het aantal WW-uitkeringen is gebruikelijk in de wintermaanden. Vergeleken met een jaar eerder nam het aantal lopende WW-uitkeringen af met 42,6 duizend (-22,2 procent).
In diverse seizoensgevoelige sectoren nam het aantal WW-uitkeringen in december toe. Zo nam de WW in de landbouw toe met 20,8 procent, in de bouw met 31,0 procent-uitkeringen en bij de uitzendbedrijven met 10,8 procent. Voor al deze sectoren geldt dat het aantal WW-uitkeringen eind 2022 nog steeds lager is dan een jaar geleden.
Het werkloosheidspercentage was in december met 3,5 iets lager dan aan het begin van 2022 (3,6 procent in januari). De netto arbeidsparticipatie nam in deze periode toe van 71,5 naar 72,9 procent. Dat wil zeggen dat 72,9 procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar in december betaald werk had. De arbeidsdeelname nam toe in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst onder jongeren. Vooral meer jonge mannen hadden betaald werk.
In december waren er 30 duizend werklozen minder dan drie maanden eerder (een daling van gemiddeld 10 duizend per maand). De daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking.
De werkloosheid kan afnemen doordat meer werklozen een baan vinden dan dat er werkenden hun baan verliezen, maar ook doordat meer mensen stoppen met zoeken naar werk dan er mensen op zoek gaan naar werk.
Het saldo van uitstroom van werklozen naar werk kwam in december uit op 55 duizend. Sinds oktober daalt de stroom van werk naar werkloos, en neemt de stroom van werkloos naar werk juist weer toe. Eerder dit jaar (tussen juni en september) nam de instroom toe van werkenden die hun baan verloren, terwijl de stroom de andere kant op, van werkloos naar werkend, vrijwel niet veranderde. Dat resulteerde in augustus en september per saldo in een relatief kleine uitstroom van werklozen naar werk.
In december was het saldo van de stromen tussen de niet-beroepsbevolking en werkloosheid 24 duizend. Dat was lager dan in de maanden mei tot en met november. In augustus piekte het saldo met 61 duizend. Door de toegenomen uitstroom naar werk en de afgenomen aanwas vanuit de niet-beroepsbevolking daalde de werkloosheid van 382 duizend in september naar 352 duizend in december, een afname van 30 duizend.