Dit zijn de eerste uitkomsten over de beroepsbevolking op basis van een nieuwe meetmethode, waardoor het niveau van de werkloosheid en de arbeidsdeelname hoger liggen dan volgens de oude methode. Om vergelijkingen in de tijd mogelijk te maken, zijn de cijfers uit voorgaande jaren herberekend.
In december hadden 3,8 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,4 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 3 duizend per maand gedaald.
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar. Tussen februari en augustus 2020 nam het werkloosheidspercentage toe van 4,0 naar 5,5. Vervolgens is het werkloosheidspercentage vrijwel voortdurend afgenomen tot 3,8 procent van de beroepsbevolking (369 duizend werklozen) in december van vorig jaar. Hiermee was het werkloosheidspercentage iets hoger dan in november, toen dit 3,7 was.
Als gevolg van een nieuwe EU-verordening heeft het CBS de manier aangepast waarop het de beroepsbevolking meet. Meer daarover is te lezen in het nieuwsbericht. Vanaf vandaag publiceert het CBS cijfers over de beroepsbevolking op basis van de nieuwe meetmethode. Met deze methode worden niet alleen meer werklozen, maar ook meer werkenden in beeld gebracht. Ook is het verschil tussen het aantal werklozen en het aantal WW-uitkeringen toegenomen. In de nieuwe systematiek is het werkloosheidspercentage in december 3,8. Volgens de oude methode zou dat 2,8 zijn geweest. Zowel volgens de oude als nieuwe methode daalde de werkloosheid gedurende 2021 sterk. Meer daarover is te lezen in het nieuwsbericht.
Tussen november en december 2021 nam het aantal WW-uitkeringen met 2,5 duizend toe. Daarmee kwam het aantal WW-uitkeringen eind december uit op bijna 192 duizend. In de wintermaanden neemt de WW vaak toe in seizoensgevoelige sectoren. Zo nam in december het aantal WW-uitkeringen in de bouw toe met 25 procent en in de landbouw met 15 procent. Ook was er een stijging zichtbaar in de horeca en catering (11 procent) en bij de uitzendbedrijven (9 procent). De aanscherping van de contactbeperkende maatregelen vanaf eind november 2021 speelt hierbij waarschijnlijk een rol.
Het aantal lopende WW-uitkeringen nam vooral toe onder jongeren tot 25 jaar. Tussen eind november en eind december 2021 nam de WW in deze leeftijdsklasse toe met bijna 1,7 duizend uitkeringen. Dat komt neer op een stijging van bijna 25 procent. Jongeren werken relatief vaak met tijdelijke contracten en in sectoren zoals horeca en uitzendbranche.Werkloosheid in de afgelopen drie maanden verder gedaald.
De verdere daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking.
In december waren 369 duizend mensen werkloos. Drie maanden eerder, in september, waren er 399 duizend werklozen. In deze periode nam het aantal werklozen dus met 30 duizend af (gemiddeld 10 duizend per maand). De werkloosheid kan afnemen doordat werklozen werk vinden of zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. Daartegenover staat de toestroom naar werkloosheid vanuit de werkenden en vanuit de niet-beroepsbevolking.
De toestroom vanuit de werkenden was in de afgelopen drie maanden kleiner dan het aantal werklozen dat een baan vond, waardoor de werkloosheid per saldo daalde met 61 duizend. Deze daling werd gedempt doordat het aantal mensen dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) groter was dan het aantal mensen dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er een toestroom van 31 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking.
Met het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 liep de werkloosheid snel op. Tijdens de eerste fase van de coronacrisis, van april tot en met juli 2020, groeide de werkloosheid vooral door een sterke toename van het aantal werkenden die hun baan verloren en een daling van het aantal werklozen die werk vonden. In augustus en september 2020 nam de werkloosheid ook nog toe, vooral doordat mensen die eerder niet zochten naar werk of niet beschikbaar waren, actief werden op de arbeidsmarkt maar niet direct werk vonden. Vanaf oktober 2020 daalde de werkloosheid vrijwel voortdurend, vooral doordat het aantal baanvinders weer sterk toenam.