Jaarlijks dragen alle werkgevers sociale premies af over het loon van hun werknemers. Met deze premies verzekeren zij hun werknemers onder andere tegen de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Voor deze verzekeringen heeft de werkgever de keuze om te kiezen om het risico zelf te dragen (eigenrisicodrager) of om zich publiek te verzekeren via de Werkhervattingskas van UWV.

De coronacrisis heeft voor Nederland ongekende economische gevolgen. Onbekend is hoe groot deze gevolgen uiteindelijk zullen zijn en wanneer en in welk tempo de economie en arbeidsmarkt zich zullen herstellen. Dit heeft ook zijn weerslag op de premies voor de WGA en de Ziektewet. Het algemene premieniveau van de gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet is van een aantal ontwikkelingen afhankelijk.

Ten eerste is de ontwikkeling van de premieplichtige loonsom van belang. Hoe hoger de loonsom is waarover premie betaald wordt, hoe lager het premieniveau kan zijn om de lasten te dekken. Ten tweede is de ontwikkeling van het aantal WGA- en Ziektewetuitkeringen van belang. Hoe meer uitkeringen er toegekend worden, hoe hoger de lasten en hoe hoger het benodigde premieniveau om deze lasten te financieren. Door het coronavirus en de coronacrisis zijn deze ontwikkelingen moelijker in te schatten dan normaal het geval is.

Bij de premievaststelling 2021 maakt UWV gebruik van de Juniraming van het CPB, die uitgaat van een voorzichtig economisch herstel vanaf het derde kwartaal van 2020. Volgens het CPB daalt de premieplichtige loonsom in 2021 licht ten opzichte van 2020.

Omdat UWV vooralsnog uitgaat van een stijging van de premieplichtige loonsom in de jaren daarna, wordt de daling in 2021 als een incidentele trendbreuk opgevat. Om een geleidelijke premieontwikkeling te bereiken, is er bij de premievaststelling 2021 daarom voor gekozen om de premies niet incidenteel (extra) te verhogen om voor dit effect te compenseren.

Het gemiddelde premiepercentage WGA 2021 stijgt licht ten opzichte van 2020 van 0,76% naar 0,78% door stijgende WGA-lasten. Van de bij UWV verzekerde werkgevers krijgt 63% te maken met een stijging van de WGA-premie, 21% met een daling en voor 16% blijft de premie gelijk.

In 2019 waren 22.200 werkgevers eigenrisicodrager voor de WGA met een gezamenlijke loonsom van € 84 miljard (38% van de totale loonsom). In 2020 zijn 21.000 werkgevers eigenrisicodragers met een loonsom van € 89 miljard (38% van de totale loonsom). We verwachten dat het marktaandeel in 2021 constant zal blijven op 38% van de totale loonsom.

Het gemiddelde premiepercentage Ziektewet stijgt van 0,52% in 2020 naar 0,58% in 2021. Deze stijging wordt veroorzaakt door een stijging van de Ziektewet-lasten. Dit is het gevolg van de toename van het aantal flexibele contracten die we de afgelopen jaren tot begin 2020 hebben gezien. Van de bij UWV verzekerde werkgevers zal 68% met een stijging en 21% met een daling van de premie Ziektewet te maken krijgen. Voor 11% blijft de premie Ziektewet gelijk.

In 2019 waren 15.100 werkgevers eigenrisicodrager met een gezamenlijke loonsom van € 104 miljard. In 2020 zijn dit er 15.100 met een loonsom van € 109 miljard. Het marktaandeel van eigenrisicodragers stabiliseert op 46% van de loonsom. Ook voor 2021 verwachten we een stabilisering van het marktaandeel van eigenrisicodragers op 46% van de totale loonsom.