Het aantal aanvragen voor de vierde periode NOW (januari-maart 2021) is daarmee iets lager dan in de vorige periode; de derde periode NOW (oktober-december 2020) was goed voor 81.000 aanvragen. In de tweede periode NOW (juni-september 2020) werden minder aanvragen ingediend, namelijk 65.000. Het drukst was het in de eerste periode NOW (maart-mei 2020), toen 148.000 aanvragen binnenkwamen bij UWV.

Van de ruim 77.000 aanvragen voor de vierde periode NOW zijn er inmiddels 52.000 toegekend. Aan deze werkgevers, die samen 823.000 mensen in dienst hebben, is de eerste termijn van het voorschot overgemaakt, in totaal 776 miljoen euro. Er volgen later nog twee termijnen. Zo’n 2500 aanvragen zijn tot nu toe afgewezen, bijvoorbeeld omdat de loonsom in de maand juni, de referentiemaand, nihil is. De overige aanvragen zijn nog in behandeling.

Als alle aanvragen zijn verwerkt, volgt meer informatie en publiceert UWV weer een factsheet over de toekenningen per sector, arbeidsmarktregio en bedrijfsgrootte. Afgelopen week verscheen al een factsheet (pdf, 1 MB) op basis van de eerste 34.000 toekenningen.

UWV bereidt zich nu voor op de vijfde aanvraagperiode NOW. Werkgevers met minimaal 20 procent omzetverlies over een periode van drie maanden kunnen dan een tegemoetkoming aanvragen voor de loonkosten in de maanden april, mei en juni 2021. De tegemoetkoming blijft maximaal 85 procent van de loonkosten bij volledig omzetverlies. Ook de overige voorwaarden blijven hetzelfde als in de vierde periode. Werkgevers kunnen naar verwachting vanaf 17 mei een aanvraag indienen voor de vijfde periode NOW.

Vanaf vandaag kunnen werkgevers ook de aanvraag indienen voor de definitieve berekening van de tegemoetkoming voor de tweede periode NOW (juni-september 2020).

Zo’n 63.000 werkgevers hebben een voorschot ontvangen voor de tweede periode NOW. Dat voorschot is gebaseerd op de loonsom in referentiemaand maart 2020 en het geschatte omzetverlies. Bij de definitieve berekening stelt UWV op basis van het daadwerkelijke omzetverlies en de loonsom over juni, juli, augustus en september 2020 vast hoe hoog de definitieve tegemoetkoming is waar de werkgever recht op heeft. Dat kan leiden tot een nabetaling wanneer het daadwerkelijke omzetverlies hetzelfde of hoger is dan van te voren ingeschat. Een dalende loonsom en/of minder groot omzetverlies dan van te voren ingeschat kan juist leiden tot een terugvordering.

Een aanvraag indienen voor de definitieve berekening van de tweede periode NOW kan tot en met 5 januari 2022. Dat geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het beste moment te bepalen en zich ook goed voor te bereiden op de aanvraag en de uitkomst van de definitieve berekening. Werkgevers kunnen onder meer gebruik maken van de simulatietool op www.simulatienow.nl. De tool laat onder andere zien wat de gevolgen zijn van een dalende loonsom en of werkgevers rekening moeten houden met een terugvordering. Werkgevers die uiteindelijk een deel van het voorschot moeten terugbetalen, kunnen een betalingsregeling treffen. UWV is daarin zeer coulant.

Voor de definitieve berekening van de eerste periode kunnen werkgevers al sinds 7 oktober 2020 en aanvraag indienen. Van de bijna 140.000 werkgevers die een voorschot hebben ontvangen, hebben zo’n 45.000 die definitieve berekening al aangevraagd. De overige werkgevers hebben nog de tijd tot en met 31 oktober 2021 om hun aanvraag in te dienen.

Voor de derde periode NOW (oktober-december 2020) kan de definitieve berekening naar verwachting worden aangevraagd van 4 oktober 2021 tot en met 27 juni 2022, voor de vierde en vijfde periode (resp. januari-maart 2021 en april – juni 2021) loopt de termijn van 31 januari 2022 tot en met 23 oktober 2022.