In de vierde periode NOW komen werkgevers met minimaal 20 procent omzetverlies over een periode van drie maanden in aanmerking voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden januari tot en met maart 2021. Ten opzichte van de derde periode NOW is de maximale tegemoetkoming verhoogd van 80 naar 85 procent bij volledig omzetverlies. De overige voorwaarden zijn gelijk aan die in de derde periode. In eerste instantie betaalt UWV een voorschot van 80 procent van de tegemoetkoming. Het voorschot wordt in drie termijnen betaald.
Werkgevers kunnen sinds maandag 15 februari een aanvraag indienen voor de vierde periode NOW. Na één week waren er 34.000 aanvragen binnen. In de tweede week zijn daar ruim 11.000 aanvragen bijgekomen. Afgelopen week waren er zo’n 9.000 nieuwe aanvragen.
Van de ruim 54.000 binnengekomen aanvragen zijn er inmiddels 44.000 toegekend. Aan deze werkgevers, die samen zo’n 681.000 mensen in dienst hebben, is inmiddels de eerste termijn van het voorschot overgemaakt door UWV. In totaal gaat het om een bedrag van 670 miljoen euro. Deze werkgevers ontvangen later nog twee termijnen. De overige aanvragen zijn nog in behandeling.
UWV is inmiddels bezig met de definitieve berekening van de tegemoetkoming voor de eerste periode NOW. Werkgevers kunnen daarvoor sinds 7 oktober 2020 een aanvraag indienen. Zij hebben daarvoor overigens nog ruim de tijd, tot en met 31 oktober 2021. Daarnaast kunnen werkgevers binnenkort ook de definitieve berekening voor de tweede periode NOW (juni-september 2020) aanvragen. Dat kan vanaf maandag 15 maart, een maand eerder dan gepland.
‘Dat is vooral fijn voor werkgevers die nog een nabetaling op hun voorschot verwachten’, zegt UWV-bestuurder Janet Helder. ‘Zij kunnen dus over iets meer dan een week al een aanvraag voor de definitieve berekening indienen.’
Zo’n 63.000 werkgevers hebben een voorschot ontvangen voor de tweede periode NOW. Dat voorschot is gebaseerd op de loonsom in referentiemaand maart 2020 en het geschatte omzetverlies. Bij de definitieve berekening stelt UWV op basis van het daadwerkelijke omzetverlies en de loonsom over juni, juli, augustus en september 2020 vast hoe hoog de definitieve tegemoetkoming is waar de werkgever recht op heeft. Dat kan leiden tot een nabetaling wanneer het daadwerkelijke omzetverlies hetzelfde of hoger is dan van te voren ingeschat. Een dalende loonsom en/of minder groot omzetverlies dan van te voren ingeschat kan juist leiden tot een terugvordering.
‘Werkgevers hebben ruim de tijd om een aanvraag voor de definitieve berekening in te dienen’, zegt Helder. ‘Dat kan tot en met 5 januari 2022. Dat geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het beste moment te bepalen en zich ook goed voor te bereiden op de aanvraag en de uitkomst van de definitieve berekening.’
Helder raadt werkgevers aan gebruik te maken van de simulatietool op www.simulatienow.nl. Daarmee kunnen ze zelf al een inschatting maken van de uiteindelijke tegemoetkoming. De tool laat onder andere zien wat de gevolgen zijn van een dalende loonsom en of werkgevers rekening moeten houden met en terugvordering.
Helder: ’We realiseren ons heel goed dat een terugvordering voor veel werkgevers in deze tijd zeer ongelegen komt. Met het ministerie is daarom afgesproken dat UWV zeer ruime betalingsregelingen kan treffen met werkgevers. Dan hebben we het over een periode van een jaar of langer, afhankelijk van de persoonlijke situatie. Ook uitstel van betaling is mogelijk.’