Jaarlijks dragen alle werkgevers sociale premies af over het loon van hun werknemers. Met deze premies verzekeren zij hun werknemers onder andere tegen de financiële gevolgen van ziekte en arbeidsongeschiktheid. Voor deze verzekeringen heeft de werkgever de keuze om het risico zelf te dragen (eigenrisicodrager) of om zich publiek te verzekeren via UWV.

De ramingen die ten grondslag liggen aan de premievaststelling zijn onzekerder dan normaal. Het verdere verloop van de coronapandemie en de invloed van de oorlog in Oekraïne zijn onzeker. UWV heeft zich bij de ramingen voornamelijk gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2022, dat het Centraal Planbureau (CPB) op 9 maart 2022 publiceerde.

Bij de vaststelling van de premies voor 2023 is ook rekening gehouden met een vermogenstekort van € 0,4 miljard voor de Ziektewet. De komende jaren brengt UWV dit tekort geleidelijk terug door lichte aanpassing van de premie. De daling van de werkgeverspremie voor de Ziektewet is hierdoor minder groot. Bij de WGA is sprake van een vermogensoverschot van € 1,0 miljard. Gezien het streven van UWV naar een geleidelijk verloop van de publieke WGA-premie houden we het overschot in 2023 stabiel. We verwachten de komende jaren het overschot wel geleidelijk terug te brengen vanwege de stijgende trend bij de WGA. Door het tekort bij de Ziektewet en overschot bij de WGA geleidelijk terug te brengen, zorgen wij ervoor dat de premies niet al te veel van jaar op jaar veranderen.

Het gemiddelde premiepercentage WGA 2023 stijgt ten opzichte van 2022 van 0,84% naar 0,87%. Dit komt voornamelijk omdat de uitkeringslasten nog niet het structurele niveau hebben bereikt door toename van het aantal WGA-gerechtigden. Onder deze groep vallen werknemers met een tijdelijk dienstverband en werknemers die langer moeten doorwerken door de verhoging van de pensioenleeftijd. Daarnaast is er een verhogend effect van eigenrisicodragers die in de periode 2014-2017 zijn teruggekeerd naar de publieke verzekering van UWV.

De stijgende trend van de uitkeringslasten bij de WGA komt ook tot uitdrukking in de ontwikkeling van de sectorale percentages van de WGA. Van de 67 sectoren stijgt voor 58 sectoren de premie, voor 3 sectoren blijft de premie gelijk en voor 6 sectoren daalt de premie.

Sinds 2017 is het aandeel eigenrisicodragers WGA in de totale loonsom van alle werkgevers vrijwel stabiel. In 2022 komt dit aandeel naar verwachting uit op 39,5% van de totale loonsom. Voor 2023 veronderstellen we dat het aandeel eigenrisicodragers stabiel blijft.

Het gemiddelde premiepercentage Ziektewet daalt van 0,68% in 2022 naar 0,66% in 2023. In 2022 komen de Ziektewet-premiebaten naar verwachting hoger uit dan verondersteld ten tijde van de premievaststelling 2022 en daarnaast komen de Ziektewet-lasten lager uit dan eerder verondersteld. Gezien de verwachte ontwikkelingen in 2022 en 2023 is het feitelijk benodigde premieniveau voor de Ziektewet in 2023 lager dan het vastgestelde premieniveau voor 2022.

De dalende trend van het gemiddelde percentage is ook zichtbaar in de ontwikkeling van de sectorale percentages van de Ziektewet. Van de 67 sectoren daalt de premie bij 63 sectoren en bij 4 sectoren stijgt de premie.

Sinds de invoering van de premiedifferentiatie voor de Ziektewet in 2014 is er een gestage toename van het aandeel eigenrisicodragers voor de Ziektewet in de totale loonsom. Deze toename lijkt zich nu wat te stabiliseren. In 2022 is bij uitzendbedrijven het aandeel eigenrisicodragers in de loonsom 50%, bij de overige bedrijven is het aandeel 47%. Voor 2023 verwachten we dat het aandeel eigenrisicodragers in de loonsom stabiel blijft voor zowel uitzendbedrijven als overige bedrijven.