In september hadden 4,0 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,7 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar zijn. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 22 duizend per maand gedaald. Het aantal mensen dat eerder niet tot de beroepsbevolking behoorde en aan het werk ging of op zoek ging naar werk, was groter dan het aantal werkenden en werklozen dat de arbeidsmarkt verliet.
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator zijn mensen werkloos als ze geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn. Dit cijfer heeft betrekking op de bevolking van 15 tot 75 jaar. Tussen maart en augustus 2020 steeg de werkloosheid van 2,9 procent naar 4,6 procent. Daarna is dit percentage vrijwel voortdurend gedaald, tot 3,1 procent in juli 2021. Na een lichte toename in augustus, is het percentage in september, net als in juli, weer 3,1 procent.
Behalve werklozen zijn er ook semiwerklozen die óf recent gezocht hebben naar werk (maar niet beschikbaar zijn) óf direct beschikbaar zijn voor werk (maar niet hebben gezocht) en deeltijders die meer uren willen werken. Deze groepen vallen buiten de werkloosheidsdefinitie, maar worden ook gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel. Na een tijdelijke stijging tijdens de eerste periode van de coronacrisis, in het tweede kwartaal van 2020, is het totale onbenut potentieel (onder wie dus ook de werklozen) in het afgelopen jaar flink gedaald. In het tweede kwartaal van 2021 ging het om 1,0 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar.
Eind september 2021 verstrekte UWV 207,9 duizend WW-uitkeringen. Dat zijn 4,7 duizend minder uitkeringen dan eind augustus, een afname van 2,2 procent. De daling van het aantal WW-uitkeringen zette in februari in en houdt inmiddels acht maanden stand. In september werden 27,9 duizend uitkeringen beëindigd, terwijl er 23,2 duizend nieuwe uitkeringen bijkwamen.
Bij de meeste sectoren daalde in september 2021 het aantal WW-uitkeringen. De grootste afname was te zien bij de sector horeca en catering. Het aantal WW-uitkeringen vanuit de horeca en catering daalde in september met 12,3 procent. Ook voorgaande maanden was er een relatief grote afname van WW-uitkeringen vanuit deze sector. Andere sectoren met een relatief sterke daling van WW-uitkeringen in september waren cultuur (-6,0 procent), schoonmaak (-5,5 procent) en detailhandel (-4,8 procent).
In september had 69,7 procent van alle 15- tot 75-jarigen betaald werk. Vooral onder jongeren nam het percentage werkenden de afgelopen drie maanden sterk toe, van 63,9 naar 65,0. Bij de oudere leeftijdsgroepen nam de arbeidsparticipatie ook toe, maar minder sterk dan onder jongeren. Wel is de arbeidsparticipatie alleen bij jongeren nog lager dan bij het begin van de coronacrisis (66,0 procent in februari 2020). Bij jongeren leeft ook relatief vaak de wens om meer uren te werken. Zo waren er in het tweede kwartaal van 2021 206 duizend jongeren die graag meer uren aan de slag willen. Zie: Steeds minder werkenden willen langere arbeidsduur.
De verdere daling van het aantal werklozen in de afgelopen drie maanden is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking.
In september waren 292 duizend mensen werkloos. Drie maanden eerder, in juni, waren er 297 duizend werklozen. In deze periode nam het aantal werklozen met 5 duizend af (gemiddeld 2 duizend per maand). Zoals in het bovenstaande schema te zien is, kan de werkloosheid afnemen doordat werklozen werk vinden of zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. Daartegenover staat de toestroom naar werkloosheid vanuit de werkenden en vanuit de niet-beroepsbevolking.
In de afgelopen drie maanden daalde de werkloosheid uitsluitend doordat meer werklozen een baan vonden dan er werkenden werkloos werden. Per saldo daalde de werkloosheid hierdoor met 20 duizend. Het aantal mensen dat zonder direct resultaat op zoek ging naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) was in september groter dan het aantal dat stopte met zoeken en/of niet beschikbaar was (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). De werkloosheid groeide hierdoor per saldo met 16 duizend personen in de afgelopen drie maanden.
2020 was een turbulent jaar voor de arbeidsmarkt. Met het uitbreken van de coronacrisis in maart van dat jaar nam het aantal werkenden af en liep de werkloosheid snel op. De werkloosheid groeide van beide kanten (de netto-instroom was positief vanuit zowel de werkzame beroepsbevolking als de niet-beroepsbevolking). Vanaf november 2020 tot en met maart 2021 gold het omgekeerde (beide negatief) en daalde de werkloosheid weer snel. In de periode april-juni van dit jaar was er nauwelijks sprake van een netto-instroom vanuit de niet-beroepsbevolking. In de maanden juli tot en met september was deze instroom weer positief, wat de daling van de werkloosheid enigszins afremt.