In augustus hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om verschillende redenen geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kortgeleden hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. In juni, juli en augustus daalde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking met gemiddeld 7 duizend per maand.
Eind augustus 2023 verstrekte UWV 156,4 duizend WW-uitkeringen. Dat zijn er 4,4 duizend meer dan een maand eerder (+2,9 procent). Vergeleken met een jaar eerder nam het aantal lopende WW-uitkeringen toe met 4,7 duizend (+3,1 procent). In augustus 2023 kwamen er 24,2 duizend nieuwe uitkeringen bij en werden er 19,8 duizend uitkeringen beëindigd. Het aantal WW-uitkeringen nam in augustus in bijna alle sectoren toe ten opzichte van juli, behalve in de landbouw, groenvoorziening en visserij. De grootste toename is zichtbaar in de sector onderwijs (+25,7 procent). In de zomermaanden neemt het aantal WW-uitkeringen vanuit het onderwijs meestal toe. Dat heeft te maken met het aflopen van arbeidscontracten aan het einde van het schooljaar.
In 2023 veranderde de totale werkloosheid in de beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar niet veel per maand. Wel zijn er verschillen naar leeftijd. Zo steeg de jeugdwerkloosheid van 7,5 procent in december vorig jaar tot 8,7 procent in augustus. Er kwamen vooral jonge werklozen bij die nog relatief kortgeleden hebben gewerkt. Bij de 25- tot 45-jarigen bleef het werkloosheidspercentage tussen december vorig jaar en augustus dit jaar vrijwel gelijk. Bij de 45- tot 75-jarigen nam het werkloosheidspercentage af van 2,5 naar 2,1 om in de afgelopen maanden gelijk te blijven.
In augustus waren er 11 duizend werklozen meer dan drie maanden eerder (een groei van gemiddeld 4 duizend per maand). Deze stijging is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Er zijn twee stromen waardoor de werkloosheid kan dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden en de tweede van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten.
Er zijn ook twee tegengestelde stromen waardoor de werkloosheid hoger kan worden. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking.
Aan de ene kant daalde de werkloosheid in augustus (vergeleken met drie maanden eerder) doordat het aantal werkenden dat werkloos werd kleiner was dan het aantal werklozen dat een baan vond. Het verschil hiervan kwam net als in juli uit op -20 duizend. Aan de andere kant groeide de werkloosheid door de toestroom van werklozen van buiten de beroepsbevolking. Deze bedroeg per saldo 32 duizend. Dat is minder dan in juli, toen dit saldo nog 41 duizend was. Dit komt doordat in augustus minder werklozen van buiten de beroepsbevolking op zoek gingen naar werk. Over de afgelopen drie maanden leidden de stromen in en uit werkloosheid tot een gemiddelde groei van 4 duizend werklozen per maand.