Naast de 411.000 werklozen waren er in oktober 3,2 miljoen mensen die niet kortgeleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn, of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nam de afgelopen drie maanden met gemiddeld 4.000 per maand af.
Eind oktober telde UWV ruim 195.000 WW-uitkeringen. Dat zijn 8.000 uitkeringen meer dan eind september. Er kwamen in oktober 30.600 nieuwe uitkeringen bij en er werden 22.700 uitkeringen beëindigd.
In vergelijking met een jaar geleden nam het aantal WW-uitkeringen toe met 16.400 (+9,1%). In alle sectoren kwamen er WW-uitkeringen bij, met uitzondering van de uitzendbedrijven. In deze sector nam het aantal WW-uitkeringen af (-1,4 %). Het aantal WW-uitkeringen nam procentueel het meest toe bij de overige industrie (+24,6 %), de overheid (+23,2 %) en in de landbouw, groenvoorziening en visserij (+20,6 %).
De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid laten dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken, en de arbeidsmarkt –en dus de beroepsbevolking– verlaten. In totaal waren er in oktober (afgerond) 237.000 mensen die drie maanden eerder nog werkloos waren.
Er zijn ook twee stromen die de werkloosheid kunnen laten stijgen. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen, en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt, maar op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking. Het totaal aantal mensen dat werkloos werd, bedroeg in oktober 259.000.
De stromen in- en uit de werkloosheid waren hiermee vrijwel even groot als in september (respectievelijk 236.000 en 260.000).
Het CBS publiceert iedere maand over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen, zie de technische toelichting.