Bijna 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar hadden in juli geen betaald werk. Naast de 370 duizend werklozen waren er 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden groeide deze groep mensen buiten de beroepsbevolking met 6 duizend per maand.
Eind juli verstrekte het UWV 164,2 duizend WW-uitkeringen. Dat is een daling van 3,6 duizend uitkeringen (-2,2 procent) vergeleken met juni. Het aantal WW-uitkeringen neemt in deze periode doorgaans af omdat er meer werk is in bijvoorbeeld de bouw en de landbouw. In juli kwamen er 18,8 duizend uitkeringen bij en werden er 22,4 duizend beëindigd.
Vergeleken met vorige maand daalde het aantal WW-uitkeringen het sterkst in de sectoren bouw (-7,8 procent), landbouw, groenvoorziening en visserij (-6,7 procent) en horeca en catering (-4,3 procent). De enige sector met een toename van het aantal werkloosheidsuitkeringen is de cultuursector (+0,6 procent). In absolute aantallen is de stijging van het aantal WW-uitkeringen hier echter beperkt (10 WW-uitkeringen).
Het CBS publiceert iedere maand over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen, zie de technische toelichting.