In mei waren er ruim 9,8 miljoen mensen met betaald werk. Nadat de toename in de eerste maanden van dit jaar stagneerde, groeide in de afgelopen drie maanden het aantal werkenden weer met gemiddeld 10 duizend per maand.

Om verschillende redenen hadden bijna 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar in mei geen betaald werk. Naast de 367 duizend werklozen ging het om bijna 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden daalde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking met 5 duizend.

Eind mei verstrekte UWV 170,8 duizend WW-uitkeringen. Dit zijn bijna 500 uitkeringen meer dan eind april (+0,3 procent). Er kwamen 23,9 duizend nieuwe uitkeringen bij en er werden 23,4 duizend uitkeringen beëindigd. Sinds oktober 2023 nam het aantal WW-uitkeringen vrijwel elke maand licht toe.

Het aantal WW-uitkeringen steeg in mei 2024 het meest in de sectoren overheid (+4,1 procent), de voeding- en genotmiddelenindustrie (+3,8 procent) en in de schoonmaak (+3,8 procent). Er zijn ook sectoren waarin het aantal WW-uitkeringen in mei juist afnam. Bijvoorbeeld in de landbouw (-6,9 procent), bouw (-6,9 procent) en in de uitzendbranche (-4,4 procent). In deze sectoren is in het voorjaar meestal weer meer werk te vinden.

De werkloosheid daalde in mei het meest onder jongeren, van 8,7 naar 8,4 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 25 jaar. In deze leeftijdsgroep ligt de werkloosheid aanzienlijk hoger dan bij 25-plussers. In de voorgaande 12 maanden waren er ook grotere schommelingen in het werkloosheidspercentage onder jongeren. Het gaat bij de jeugdwerkloosheid meestal om onderwijsvolgende jongeren die een bijbaan zoeken.

In mei daalde de werkloosheid onder 25- tot 45-jarigen van 3,1 naar 3,0 procent van de beroepsbevolking. Bij de 45-plussers bleef deze met 2,1 procent gelijk.

Het CBS publiceert maandelijks volgens over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen zie de technische toelichting.