UWV wil dat cliënten zich goed gezien, gehoord en geholpen voelen. Zo ook als het gaat om mensen die als hulpverleners zich hebben ingezet en lijden aan PTSS. We willen mensen die langdurig ziek en daardoor kwetsbaar zijn zekerheid geven over hun inkomenssituatie in een onzekere situatie. Na de diagnose door de curatieve zorg en/of de bedrijfsarts, waarbij het iemand niet lukt om binnen twee jaar volledig te re-integreren bij de werkgever, kan iemand na twee jaar ziekte aanspraak maken op een WIA-uitkering. Onze verzekeringsartsen beoordelen mensen op welke werkzaamheden iemand nog kan uitvoeren, na een WIA-aanvraag. Dit doet een verzekeringsarts aan de hand van de wet. Met het vaststellen van wat iemand nog wel kan, wordt de restverdiencapaciteit inzichtelijk gemaakt en daarmee een arbeidsongeschiktheidspercentage bepaald. Dit klinkt complex en dat is het ook.
De vastgestelde ziekte, in dit geval PTSS, is niet leidend om te beoordelen wat iemand nog wel kan. Want de aard van het ziektebeeld en de ernst hiervan variëren per persoon. De medische kennis over PTSS kent geen grote wijzigingen de afgelopen jaren en mag onder algemeen bekend veronderstelde medische kennis geschaard worden. Zo ook bij de verzekeringsartsen van UWV. Dit is geborgd door herregistratie van onze verzekeringsartsen net zoals bij andere medisch specialisten werkzaam in de curatieve zorg.
Als mensen betwijfelen of ze de juiste beoordeling hebben gekregen, dan kunnen ze vragen om een nieuwe, beoordeling die wordt gedaan door een andere verzekeringsarts. Uiteraard gaan we ook graag in gesprek met mensen die zich niet goed gezien, gehoord of geholpen voelen om te horen aan welke kaders dit ligt.