De minister stelt in de Kamerbrief dat er positieve effecten zichtbaar zijn van de eerder genomen maatregelen: een afname van de achterstanden bij de WIA-claimbeoordelingen en een stabilisatie van de herbeoordelingen. Ze gaat ervan uit dat deze effecten blijvend zijn, wel is het nog onzeker hoe groot deze effecten uiteindelijk gaan zijn. Daarnaast spreekt de minister de verwachting uit dat het aantal WIA-claimbeoordelingen dat UWV kan verrichten zal toenemen dankzij de maatregelen die zijn gepland voor 2024.
De afgelopen jaren is de mismatch tussen vraag en aanbod van sociaal-medische beoordelingen sterk gegroeid. Hierdoor zijn lange wachttijden ontstaan waardoor cliënten onaanvaardbaar lang in onzekerheid zitten over hun toekomstige inkomen. Bestuurder Johanna Hirscher: “Lange wachttijden bij sociaal-medische beoordelingen zorgen voor onzekerheid over het recht op een uitkering en daarmee over het inkomen. Deze onzekerheid kan ook het herstel en re-integratie belemmeren. Ook voor werkgevers betekent dit dat er te lang onduidelijkheid is over de financiële gevolgen van een mogelijke uitkering.” In een goede samenwerking tussen UWV en het ministerie nam het kabinet de afgelopen twee jaar meerdere maatregelen om deze achterstand te stabiliseren en waar mogelijk terug te brengen.
Hoe de beoordelingscapaciteit zich de komende jaren gaat ontwikkelen is met name afhankelijk van de inzet van Sociaal Medische Centra. Johanna Hirscher: “Uit de recente evaluatie van de werking van de SMC’s blijkt dat bij het werken in een multidisciplinair team de gemiddelde productiviteit per verzekeringsarts stijgt. Dit heeft te maken met wat we ‘taakdelegatie’ noemen: taken die voorheen door een verzekeringsarts werden uitgevoerd, worden nu binnen een team van verschillende deskundigen verdeeld en opgepakt. Verzekeringsartsen worden hiermee effectiever ingezet. We zien helaas nog niet dat de productiviteit van het team als geheel is gestegen. Reden hiervoor is dat er op een volledig andere manier moet worden samengewerkt. En dat het eenvoudigweg tijd kost om ons dat eigen te maken. Verder is de uitrol van de SMC’s nog in volle gang. Op termijn verwachten we een groter positief effect van de SMC’s.”
Naast de inzet op SMC’s zet UWV ook in op de vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling voor 60-plussers. Uit een recent cliënttevredenheidsonderzoek is gebleken dat dit op veel draagvlak kan rekenen. De maatregel wordt omarmd door zowel werknemers als werkgevers; zij hebben het gevoel dat UWV hen goed heeft geïnformeerd over de voor- en nadelen van deze vereenvoudigde beoordeling en dat de maatregel uiteindelijk sneller zekerheid en rust brengt. De maatregel levert tevens een positieve bijdrage aan het terugdringen van de achterstanden. In de periode van oktober 2022 tot en met juli 2023 heeft UWV circa 8.000 vereenvoudigde WIA-claimbeoordelingen uitgevoerd. Het aantal bezwaar- en beroepszaken bleef laag op zo’n 1%. Bij reguliere WIA-beoordelingen is dit ruim 20%. Of deze effecten blijvend zijn, moet worden bekeken over een langere periode. UWV blijft de maatregel nauwgezet monitoren.
Hoewel de verwachting is dat de achterstanden - en hiermee het aantal WIA-voorschotten dat UWV betaalt aan mensen die (te) lang moeten wachten op een beoordeling - zullen afnemen, is het beleid met betrekking tot het kwijtschelden van de WIA-voorschotten voorlopig nog nodig. Johanna Hirscher: “Ik ben verheugd te lezen dat ook de minister zich verantwoordelijk blijft voelen om mensen die buiten hun schuld te lang in een onzekere situatie zitten omtrent hun inkomen, moeten worden geholpen. Het kwijtschelden van de WIA-voorschotten kan het wachten op een WIA-beoordeling een stukje draaglijker maken.”
De laatste maanden van 2022 lieten een lichte stabilisatie van de achterstanden zien en in de eerste helft van 2023 is een lichte afname zichtbaar. Naar aanleiding van deze positieve ontwikkelingen heeft de minister besloten beide tijdelijke maatregelen te verlengen tot en met 31 december 2024.
Met de (verlenging) van maatregelen en UWV-initiatieven verwacht de minister de wachttijden voor arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen te verkorten en het stelsel rond ziekte- en arbeidsongeschiktheid beter uitvoerbaar te maken. Naar verwachting duurt het minstens tot 2028 voordat de achterstanden volledig zijn weggewerkt.
Daarnaast is de minister van plan om voor de duur van drie jaar de tijdelijke maatregel ‘praktisch beoordelen’ in te voeren. Deze maatregel houdt in dat voor mensen die werken op het moment dat er een WIA-claimbeoordeling plaatsvindt, gekeken wordt naar de feitelijke verdiensten. Op basis daarvan wordt een arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld. Een theoretische schatting blijft in de meeste gevallen achterwege. De beoogde invoeringsdatum is 1 juli 2024.
Voor de langere termijn heeft het kabinet de commissie OCTAS gevraagd een advies uit te brengen over de mogelijkheden voor een houdbaar stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid dat betaalbaar, uitvoerbaar en uitlegbaar is. Maandag 9 oktober komt de commissie alvast met haar eerste tussenrapportage in de vorm van een probleemanalyse.