“De stijgende prijzen hadden al een effect in 2022 en het merendeel van de werkgevers verwacht dat de problemen in 2023 niet zullen verdwijnen”. Dat laat arbeidsmarktadviseur Suzanne IJzerman weten. “De hoge energieprijzen hebben flink wat gevolgen voor het bedrijfsleven. Sectoren met een hoog energieverbruik worden harder geraakt dan andere sectoren.” Bij zeker acht sectoren geeft minimaal de helft van de bedrijven aan de stijgende grondstof- en energieprijzen een groot probleem te vinden. Opvallend is dat twee derde van de werkgevers in de horeca aangeeft dit ook aangeeft, terwijl de horeca geen grootverbruiker van energie is. Verder verwachten ongeveer zes op de tien bedrijven in detail- en groothandel en in de land- en tuinbouw dat de stijgende prijzen voor grondstoffen en energie in 2023 een groot probleem wordt.
In de detailhandel zijn de problemen vooral groot voor winkels zoals slagerijen, bakkerijen en groentewinkels. Veel van deze winkels sluiten bijvoorbeeld één dag in de week hun deuren of hebben zelfs te maken met faillissementen. In de land- en tuinbouw zijn het vooral de werkgevers in de glastuinbouw die zorgen hebben over de stijgende prijzen. Sommigen laten de kassen in de winter leeg en andere stappen over op teelt die minder hoge temperaturen nodig heeft.
De helft van de werkgevers in de industrie, cultuur en recreatie en de bouw verwachten het aankomende jaar last te hebben van de stijgende prijzen. In de industrie gaat het met name om de productie van basismetalen zoals staal, zink en aluminium, chemische producten zoals ammoniak maar ook productie van bouwmaterialen zoals baksteen. In de recreatie en cultuur zijn het de sauna’s en zwembaden met aflopende energiecontracten die zich zorgen maken. Ook weegt in de cultuur vaak de kosten van energie niet meer op de tegen de inkomsten vanuit kaartverkoop. Werkgevers in de bouw verwachten vooral dat de stijging van de kosten van grondstoffen hen parten gaat spelen in 2023.