Na de ontdekking heeft UWV de uitkering hersteld van mensen die in 2023 bij de eerste toekenning te weinig uitkering hadden ontvangen. Sinds 1 januari 2024 voert UWV 3 keer per jaar controles uit om te voorkomen dat indexeringen worden gemist. Overigens hebben alle indexeringen na de eerste toekenning wel correct plaatsgevonden. Het gaat in de genoemde periode dus alleen om indexeringen bij de eerste toekenning.
Mensen die te weinig hebben ontvangen krijgen een nabetalingOm de indexering te herstellen, maakt UWV een plan van aanpak. De mensen om wie het gaat, krijgen een nabetaling. Schattingen op basis van steekproeven lopen uiteen van 2.500 tot 3.000 mensen. Bij nabetaling wordt gelet op mogelijke financiële gevolgen voor deze mensen door aanpassingen in bijvoorbeeld toeslagen en de inkomstenbelasting. UWV streeft ernaar om in 2025 te beginnen met de herstelactie.
Documenten over de indexeringen maken deel uit van stukken die het Algemeen Dagblad bij UWV heeft opgevraagd in het kader van de Wet open overheid (Woo). Hieruit bleek eerder dat mogelijk tienduizenden WIA-uitkeringen in de periode 2020-2024 niet juist zijn berekend.
Als de gemiddelde lonen omhooggaan, kunnen de uitkeringen ook stijgen. Dit wordt een indexering genoemd. De indexeringscijfers worden 2 keer per jaar bekendgemaakt door het ministerie van SZW en doorgevoerd door UWV. Als UWV een dossier in behandeling neemt en het dagloon van de uitkering voor het eerst vaststelt, dan moet het indexeringscijfer worden toegepast dat op dat moment geldt.
Maar in gevallen waar de indexeringscijfers werden bekendgemaakt tussen de vaststelling van de uitkering en de eerste betaling, zijn deze cijfers in de periode 2006-2023 helaas niet altijd doorgevoerd. Voorbeeld: op 1 oktober werd een dossier in behandeling genomen en het dagloon bepaald, maar de eerste uitbetaling vond plaats op 1 februari in het volgende jaar. Werden de indexeringscijfers in december of januari bekendgemaakt maar niet doorgevoerd, dan kreeg iemand op 1 februari dus te weinig uitkering.