Het is gebruikelijk dat de arbeidsmarkt de economische ontwikkelingen volgt, maar daar is in 2023 nog nauwelijks sprake van geweest. Drie kwartalen op rij, tot en met het derde kwartaal van 2023, vertoonde de Nederlandse economie een krimp. Er is officieel sprake van een recessie. De laatste keer dat dit gebeurde, was tijdens de bankencrisis in 2008–2009. Witjes: ‘Deze keer reageert de arbeidsmarkt amper op de economische krimp, ze draait nog steeds als een tierelier.’ Ter vergelijking: in 2008–2009 waren er volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek in de drie krimpkwartalen gemiddeld 47 vacatures per 100 werklozen. Over de eerste drie kwartalen van 2023 waren dat er gemiddeld 119, zo heeft UWV becijferd. Het aantal vacatures dat er in 2023 bij kwam, is wel gedaald ten opzichte van 2022: met zo’n 9%. Maar in dat postcoronajaar werd met 1,6 miljoen vacatures het hoogste niveau bereikt sinds 1997, het jaar dat men met meten begon. ‘Dat was echt ongekend’, zegt Witjes.

De werkloosheid veranderde in 2023 amper. Er waren enkele grote faillissementen, zoals van BCC, Big Bazar en Perry Sport, maar echte klappen vielen er nauwelijks. Wel was het aantal WW-uitkeringen in november 2023 ruim 10% hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Zorgen maakt Witjes zich niet over dat percentage: ‘Ondanks de stijging ligt het nog altijd op een zeer laag niveau in verhouding tot de beroepsbevolking. De arbeidsparticipatie is nog steeds heel hoog.’ Voor het uitblijven van de verwachte respons van de arbeidsmarkt wijst hij als belangrijkste oorzaak de enorme opleving van de economie na corona aan. ‘Met overheidssteun zijn veel bedrijven overeind gebleven, ook die die misschien eigenlijk niet levensvatbaar waren. Er gingen veel minder bedrijven failliet dan voor corona. Toen de pandemie voorbij was, ontstond daardoor een veel sterkere toename van economische activiteiten dan in de landen om ons heen. Langzaamaan begin je nu de naweeën van de pandemie te zien. Bedrijven, in de detailhandel bijvoorbeeld, die het toch niet kunnen volhouden, gaan nu failliet; mede omdat prijzen zijn gestegen en de consument meer de hand op de knip houdt.’ De vergrijzing, die tot vacatures leidt ter vervanging van werknemers die met pensioen gaan, speelt ook een rol, verzekert Witjes. ‘Maar het is nog niet de hoofdoorzaak. De komende jaren zal vergrijzing wél dominanter worden als oorzaak van de arbeidsmarktkrapte, met waarschijnlijk 2027 als kanteljaar. Het beschikbare arbeidsaanbod zal dan steeds meer de economie gaan bepalen.’

Voor volgend jaar verwacht UWV dat het aantal nieuwe vacatures opnieuw zal dalen, maar lichter dan in 2023: met 2 in plaats van 9%. Die vermindering wijt Witjes aan de minder goed draaiende economie. Het Centraal Planbureau (CPB) berekende weliswaar een lichte economische groei van 0,7% in 2023, maar omdat er de eerste drie kwartalen een krimp was, is het volgens UWV nog maar de vraag of dat percentage zal worden gehaald. Voor 2024 verwacht het CPB nu 1,5% groei – dat is ook veel minder groei dan de afgelopen jaren. ‘We zijn over de ergste krapte op de arbeidsmarkt heen, maar het blíjft krapte. Dat mag je niet bagatelliseren’, waarschuwt Witjes. Personeelskrapte remt de groei van economische bedrijvigheid. ‘Ondanks de economische krimp van de afgelopen kwartalen noemt nog steeds 40% van de bedrijven krapte als de belangrijkste reden om niet te kunnen groeien. Voor 20% is een teruglopende consumentenvraag de grootste belemmering.’ Volgens UWV zal de werkloosheid in 2024 weer stijgen. Ook het aantal WW-uitkeringen neemt verder toe, met bijna 15% ten opzichte van 2023. Witjes verwacht dat meer mensen moeite zullen hebben om een baan te vinden en dat de zoektocht ook wat langer zal duren. ‘Bij een recente bedrijfssluiting kwamen er van de 100 ontslagen werknemers slechts 4 in de WW terecht. Het zal straks vaker voorkomen dat mensen tijdelijk in de WW belanden voor ze weer aan het werk komen.’ Op de arbeidsmarktontwikkelingen voor het komende jaar (en de jaren erna) zal een aantal factoren van invloed zijn. Witjes noemt vanzelfsprekend de ontwikkeling van de economie, de hoogte van de inflatie, de gebeurtenissen in de wereld en de prioriteiten die een nieuw kabinet zal stellen. Heel belangrijk, benadrukt hij, is ook de ontwikkeling van de industrie. ‘Hoewel Nederland een diensteneconomie heeft, is onze industrie een cruciale factor. Daar gaat het op dit moment niet zo goed en als dat langer duurt, dan heeft dat effect op andere sectoren. Dat zie je nu een beetje ontstaan en de vraag is wat daar precies gaat gebeuren.’

Gebaseerd op alle cijfers en verwachtingen heeft Witjes voor (toekomstige) werkzoekenden het volgende advies: ‘Denk niet: het werk komt wel naar me toe, ik wacht af. Als je een overstap overweegt, wees dan alert op beroepen en sectoren die de meeste kansen op een baan bieden.’ Werkgevers wil hij op het hart drukken om zich niet alleen op de werving van nieuw personeel te richten. ‘Werkgevers richten zich nog steeds vooral op die werving. Het behouden van mensen wint wel meer terrein, maar het werk anders organiseren is veelal een sluitpost. In 2024 zullen er mogelijk iets meer kandidaten op een vacature reageren, maar de krapte op de arbeidsmarkt blijft aanhouden en de concurrentie is dus hoog. Je zult als werkgever dus moeten laten zien dat je werknemers een fijne werkomgeving ervaren en dat je ze voldoende mogelijkheden biedt om hun werk meer op maat te snijden, zodat het optimaal aansluit bij hun persoonlijke behoeftes en interesses. Boeien en binden, en de functies iets anders inrichten: dat is belangrijk. Daarin mogen werkgevers niet verslappen, wellicht moeten ze daar zelfs extra in investeren.’