Ieder jaar stelt UWV subsidie beschikbaar voor onderzoek op het gebied van werk en re‑integratie van mensen met een arbeidsbeperking. Na een rondgang langs externe stakeholders, zoals Nibud, Ieder(in), de cliëntenraden van UWV en vakbonden en werkgevers, werden nuggers deze keer als onderzoeksgroep gekozen. Na de subsidieronde werd de opdracht eind vorig jaar aan ZINZIZ gegund. Wickham is opgetogen over de UWV-subsidie: ‘Ik ben bijna gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht op het thema diversiteit en inclusie. Dat is echt een passie voor mij, en voor het hele team trouwens. Dit is waarom ik onderzoek wil doen: eraan bijdragen dat meer mensen geïncludeerd worden in de samenleving.’

Dat nuggers met een arbeidsbeperking daar wel een zetje bij kunnen gebruiken, blijkt al uit de afgeronde eerste fase van het onderzoek, waarin bestaande literatuur is bekeken. ‘Mensen met een arbeidsbeperking hebben vaak meer problemen tegelijk. Je kunt denken aan schulden, een stapeling van verstandelijke, psychische en lichamelijke klachten, verslaving en soms zelfs dakloosheid. Multiproblematiek kan hun arbeidsbeperking verergeren en ondersteuning bemoeilijken. Bij hoeveel mensen die ernstige problematiek speelt, weten we niet. Wat we wel weten is dat mensen die aan de slag willen vaak niet het juiste werk kunnen vinden. De vraag die we moeten beantwoorden is: hoe komt dat? Is dat werk er niet voor ze of weten ze niet hoe ze erbij moeten komen? En vervolgens: hoe kunnen UWV en gemeenten ze in die zoektocht ondersteunen?’

Nuggers met een arbeidsbeperking hebben wettelijk recht op ondersteuning van de gemeente waarin ze wonen. Gemeenten werken hiervoor samen met UWV. Nuggers kunnen een beroep doen op re-integratietrajecten, maar ook op voorzieningen zoals loonkostensubsidie (voor werkgevers, in het geval iemand niet het wettelijk minimumloon kan verdienen). Alleen weten nuggers waarschijnlijk vaak niet dat ze daar recht op hebben. Op dit moment is het beleid van UWV en gemeenten reactief: de doelgroep moet zichzelf voor de ondersteuning aanmelden. Met de uitkomsten van het onderzoek kunnen UWV en gemeenten – als dat nodig blijkt – hun beleid en informatieverstrekking aanpassen om nuggers beter van dienst te kunnen zijn.

ZINZIZ heeft eerst in kaart gebracht hoe de doelgroep er precies uitziet. Wickham is er een beetje van geschrokken hoe groot de groep is. ‘In 2021 schatte Ieder(in), het netwerk voor mensen met een beperking of chronische ziekte, die op zo’n 500.000 mensen. En dat aantal neemt alleen maar toe, omdat door de Participatiewet meer mensen als niet-uitkeringsgerechtigd worden beschouwd.’ 

De groep is zeer divers. Er zijn bijvoorbeeld verschillen in de redenen waarom mensen geen uitkering krijgen. ‘Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat iemand bij een ouder of partner woont. Of omdat iemand te vermogend is’, licht Wickham toe. Een ander onderscheidend kenmerk kan in de aard van de arbeidsbeperking liggen. ‘Is iemand licht verstandelijk, psychisch of fysiek beperkt? Voor de ondersteuning die mensen nodig kunnen hebben, kan het nogal uitmaken of je autisme hebt of in een rolstoel zit.’ Ook de persoonskenmerken van de groep verschillen, zoals leeftijd, geslacht of land van herkomst. ‘Ook dat heeft invloed op de ondersteuningsbehoefte.’

Juist de vraag naar de aard van die behoefte staat centraler in de tweede en derde fase van het onderzoek. In de tweede fase gaat het team van Wickham professionals bevragen. Het zal gaan om professionals bij UWV en gemeenten, maar ook om andere actoren in het sociaal domein waarmee nuggers te maken kunnen hebben, zoals re‑integratiebedrijven of schuldhulpverlening. ‘Maar het kunnen ook medewerkers van een buurthuis zijn bijvoorbeeld’, verduidelijkt Wickham. 

In de derde fase worden de nuggers zelf geïnterviewd. ‘Hun zullen we vragen stellen als: aan welke ondersteuning heb je behoefte en waarom krijg je die nu niet? Ben je bekend met de mogelijkheden? Of past de ondersteuning die je is geboden niet bij wat je nodig hebt? Daar kunnen verschillende dingen uitkomen.’ 

Als het onderzoek eind dit jaar is afgerond, moet er een rapport op tafel liggen dat UWV, gemeenten en mogelijk andere actoren in het sociaal domein een duidelijker beeld geeft van de doelgroep. Via UWV zouden ook werkgevers de doelgroep misschien beter in het vizier kunnen krijgen als potentiële kandidaten voor hun moeilijk vervulbare vacatures. ‘Maar ik hoop ook vooral dat we een directe impact op de nuggers met een arbeidsbeperking kunnen hebben. Dat ons onderzoek positieve gevolgen heeft voor hun participatie en daarmee voor hun gezondheid, functioneren en welbevinden. En dat zij beter zullen weten wat hun rechten zijn. Apart van ons rapport gaan we ook een product opleveren waarmee we hen van goede informatie kunnen voorzien. Over welke vorm dat moet krijgen, een online platform, animatiefilmpjes of iets anders, zijn we nog aan het nadenken.’