Sinds 2018 kent UWV één dienstverleningsmodel voor alle Wajongers met arbeidsvermogen. Dit model omvat verschillende activiteiten, toegesneden op de actuele situatie van de Wajonger (maatwerk) en heeft als doel hen via activerende dienstverlening te helpen betaald werk te vinden en te behouden. In het onderzoeksproject Wajong‑dienstverlening kijken we naar de toegevoegde waarde van deze dienstverlening voor de (stappen richting) arbeidsparticipatie van mensen met een Wajong‑uitkering met arbeidsvermogen.

Sinds 2015 is er geen nieuwe instroom in de Wajong meer mogelijk van jonggehandicapten met arbeidsvermogen; zij vallen sindsdien onder de Participatiewet en kunnen ondersteuning krijgen via de gemeente. Het evaluatieonderzoek kijkt alleen naar de activerende Wajong‑dienstverlening van UWV. Om de toegevoegde waarde van de dienstverlening voor stappen richting arbeidsparticipatie in te kunnen schatten, voorziet het onderzoek ook in een beschrijving van de nu relatief stabiele groep Wajongers met arbeidsvermogen, de context van de arbeidsmarkt waarin ze een baan moeten vinden en behouden, en de veranderende maatschappelijke omstandigheden waarmee zij te maken hebben. Het evaluatieonderzoek bestaat uit meerdere onderdelen.

  • Het eerste onderdeel was een cijfermatige beschrijving van de populatie Wajongers met arbeidsvermogen. Onderzoeksbureau SEOR heeft de arbeidsmarkt- en re‑integratiepatronen van Wajongers met arbeidsvermogen voor de periode 2010–2018 in beeld gebracht en in samenhang bekeken.
  • Het streven binnen een effectevaluatie is vaak om de toegevoegde waarde van de dienstverlening ook van een cijfer te voorzien: het netto‑effect. Dat kan alleen als de voorwaarden voor een netto‑effectmeting gegeven zijn. Onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek heeft met een haalbaarheidsanalyse de mogelijkheden voor een netto‑effectmeting van de Wajong‑dienstverlening onderzocht en uitgewerkt waarom de Wajong‑dienstverlening op een andere manier beoordeeld moet worden.
  • Een centraal onderdeel van de effectevaluatie is daarom de kwalitatieve evaluatie van het dienstverleningsmodel Wajong, uitgevoerd door Panteia, ZINZIZ en Muzus. De praktijkkennis en ervaringen van UWV‑professionals vormen de basis van deze evaluatie. De beleidstheorie achter het dienstverleningsmodel is door de onderzoekers in kaart gebracht en getoetst aan literatuur en praktijk. De conclusie is overwegend positief – de dienstverlening is laagdrempelig, de verschillende onderdelen sluiten goed op elkaar aan, maar er zijn ook groepen waarvoor de dienstverlening van UWV minder is toegerust. Resultaat van het onderzoek zijn dan ook een aantal breed gedragen suggesties voor verbetering van het model, zoals de inzet van een financieel expert om Wajongers te ondersteunen bij het omgaan met wisselende inkomsten. Het onderzoek geeft ook aanbevelingen hoe de dienstverlening in de praktijk beter kan door de randvoorwaarden te optimaliseren, zoals het organiseren van een feedbackloop tussen professionals (en managers) van verschillende regio’s.

De resultaten van deze onderzoeken worden – in samenhang met andere beschikbare resultaten uit onderzoek binnen en buiten het kennisprogramma – verwerkt in de eindrapportage van het gehele onderzoeksproject. De verwachting is dat het eindrapport in 2024 wordt gepubliceerd.

Sinds april 2023 loopt er een pilot met re‑integratiedienstverlening voor Wajongers die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben (en voor mensen met een WIA/IVA‑uitkering). Geen arbeidsvermogen/volledig en duurzaam arbeidsongeschikt betekent niet in alle gevallen en per definitie dat mensen met deze achtergrond helemaal niet kunnen werken. Sterker nog, UWV ontvangt steeds meer verzoeken voor ondersteuning naar werk uit deze groepen en wil hun daarom dienstverlening kunnen aanbieden. Een evaluatieonderzoek begeleidt deze pilot, die tot 2028 zal lopen, om in beeld te brengen wat de re‑integratiedienstverlening voor mensen zonder arbeidsvermogen die er zelf om vragen kan betekenen.

Een van de wensen van professionals voor toekomstige Wajong‑dienstverlening is meer te kunnen doen voor Wajongers die als zelfstandige werken of willen starten. In 2024 start een vervolgonderzoek om de motieven, ervaringen en ondersteuningsbehoefte van zelfstandig ondernemers en freelancers met een Wajong‑ of WIA‑uitkering in beeld te brengen en aanbevelingen voor nieuwe activiteiten binnen de dienstverlening voor deze groep te formuleren.