Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daalde het onbenut arbeidspotentieel in Nederland van 1.321.000 personen in 2021 naar 1.159.000 personen in 2022. Een verschil van 162.000. Door de krapte op de arbeidsmarkt vonden steeds meer mensen (meer) werk. Ten opzichte van de totale potentiële beroepsbevolking in Nederland, dit zijn alle personen van 15 tot 75 jaar, daalde het onbenut arbeidspotentieel van 10,0% in 2021 naar 8,8% in 2022.

Onderbenutte deeltijdwerkers vormen de grootste groep binnen het onbenut arbeidspotentieel. Niet iedereen die tot het onbenut arbeidspotentieel behoort staat geregistreerd als werkzoekende. Slechts 1 op de 5 is ingeschreven bij gemeenten en UWV.

Het onbenut arbeidspotentieel is het grootst in de arbeidsmarktregio’s rondom de 4 grote steden (Groot Amsterdam, Rijnmond, Haaglanden en Midden-Utrecht). Deze regio’s beschikken ook over de grootste potentiële beroepsbevolking. Het omgekeerde geldt voor Gorinchem en Midden-Holland.

Het onbenut arbeidspotentieel ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking geeft daarom een beter beeld. Het aandeel is het hoogst in de volgende 4 regio's:

  • Groot Amsterdam (10,8%)
  • Haaglanden (10,1%)
  • Groningen (9,7%)
  • Rijnmond (9,7%)

Midden-Utrecht blijft met 8,7% net onder het Nederlands gemiddelde van 8,8%. In Midden-Limburg en Helmond-De Peel (beide 7,2%) vinden we relatief gezien het kleinste onbenut arbeidspotentieel van Nederland.

Allereerst is het van belang om de groep die nog niet geregistreerd staat, zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Daarnaast kunnen werkgevers het gesprek aangaan met deeltijdwerkers over de mogelijkheid om meer uren te werken, of hen ondersteunen bij het combineren van meerdere banen. Zo kunnen zogeheten combinatiebanen ontstaan.

Een andere benadering is om ongezien talent op de arbeidsmarkt beter te benutten. Dit kan bijvoorbeeld door 65-plussers, mensen met een arbeidsbeperking en statushouders een kans te geven.

Om semi-werklozen aan werk te helpen is (om)scholing vaak van groot belang. Met om- of bijscholing sluiten vaardigheden van werkzoekenden beter aan bij de te vervullen vacatures.

Ook het aanpassen van vacatures opent nieuwe mogelijkheden. Dat kan door te werven op basis van skills in plaats van diploma’s en werkervaring. Of door het versoepelen van de functie-eisen. Hierdoor zijn werkzoekenden eerder geneigd om te solliciteren. Zo kan er een match ontstaan die anders niet zichtbaar was geworden.

Werkgevers, branche-organisaties, gemeenten, UWV en opleiders spelen bij al deze oplossingen een belangrijke rol.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)