Dit zien we duidelijk terug in de UWV spanningsindicator, die de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt laat zien. De arbeidsmarkt ging in het 1e kwartaal van 2020 voor het eerst in 2 jaar van ‘krap’ naar ‘gemiddeld’ en de spanning neemt in het 2e kwartaal verder af.
De spanningsindicator van UWV meet de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door het geschatte aantal openstaande vacatures te delen door het aantal personen die in de eerste 6 maanden van hun WW-uitkering zitten. De uitkomst van deze rekensom, het aantal vacatures per direct beschikbare werkzoekende, geeft een indruk van de krapte op de arbeidsmarkt. Die informatie helpt werkzoekenden om kansen te benutten en werkgevers om personeel te vinden.
Een jaar geleden groeide de Nederlandse economie nog flink. Zoals de linker landkaart hieronder laat zien was de arbeidsmarkt in het 2e kwartaal van 2019 in vrijwel alle arbeidsmarktregio’s krap. In Zeeland zelfs zeer krap. In al deze (donker)roodgekleurde regio’s waren er (veel) meer vacatures dan werkzoekenden en hadden werkgevers vaak grote moeite om personeel te vinden. Alleen in Groningen, Drenthe en Flevoland was halverwege 2019 sprake van gemiddelde spanning. Hier waren vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ongeveer in balans.
Hoe anders is de situatie in het 2e kwartaal van 2020. De rechter landkaart maakt duidelijk dat de spanning op de arbeidsmarkt in een jaar tijd flink is afgenomen. In de meeste regio’s is sprake van gemiddelde spanning. In Groningen, Friesland, Drenthe, Flevoland en Zaanstreek/Waterland is de arbeidsmarkt zelfs ruim. Dit betekent dat er in deze regio’s meer werkzoekenden zijn dan vacatures. Hierdoor kan het voor werkzoekenden soms moeilijk zijn om een baan te vinden.
Alleen in Rivierenland, Midden-Utrecht, Zeeland en Zuidoost-Brabant is de arbeidsmarkt in het 2e kwartaal van 2020 nog krap. Maar ook in deze arbeidsmarktregio’s is de spanning vergeleken met het 2e kwartaal van 2019 minder groot.
De spanning op de arbeidsmarkt neemt in het 2e kwartaal van 2020 overal af. Dat zien we niet alleen in de verschillende regio’s, maar ook bij de verschillende beroepen. Bij bijna alle beroepsgroepen is de spanning in een jaar tijd afgenomen. Hierdoor zijn er in het 2e kwartaal van 2020 veel minder krappe beroepen dan in het 2e kwartaal van 2019, en zijn er meer ruime beroepen. Alleen voor mbo-verpleegkundigen en gespecialiseerd verpleegkundigen neemt de spanning toe ten opzichte van half 2019.
In het 2e kwartaal van 2019 golden in totaal 64 beroepsgroepen als krap of zeer krap. Dat aantal is inmiddels gehalveerd en komt een jaar later uit op 32. In het 2e kwartaal van 2020 zijn er nog maar 8 beroepsgroepen waarvoor een zeer krappe arbeidsmarkt bestaat. Dit geldt onder andere voor software- en applicatieontwikkelaar, elektricien en elektronicamonteur, machinemonteur, bouwarbeider afbouw en (mbo- en gespecialiseerd) verpleegkundige. Vacatures voor functies in deze beroepsgroepen blijven moeilijk vervulbaar. Een uitgebreider overzicht van beroepen met moeilijk vervulbare vacatures is te vinden in de publicatie ‘Kansrijke en minder kansrijke beroepen'.
Terwijl het aantal krappe of zeer krappe beroepsgroepen in een jaar tijd sterk daalde, nam het aantal beroepsgroepen met een ruime arbeidsmarkt toe. Halverwege 2019 waren er maar 3 beroepsgroepen met meer werkzoekenden dan vacatures. Een jaar later is dat aantal toegenomen tot 25. Voor reisbegeleiders is er in het 2e kwartaal van 2020 zelfs een zeer ruime arbeidsmarkt. Het is bekend dat de reisbranche het vanwege de coronacrisis zwaar heeft. Dat blijkt nu dus ook uit de resultaten van de spanningsindicator.
Om de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in beeld te brengen heeft UWV een dashboard met gegevens uit de spanningsindicator gemaakt. Hiermee is snel, eenvoudig en duidelijk de spanning per kwartaal, regio en beroepsklasse in te zien.