In de afgelopen 10 jaar, sinds de crisis van 2012-2013, wisselden werknemers in Nederland steeds vaker van baan. Begin 2013 wisselde 2,8% van de werknemers van werkgever. Dat percentage nam vervolgens langzaam toe, totdat begin 2020 de coronacrisis uitbrak. Door een combinatie van onzekerheid over de toekomst en minder kansen op de arbeidsmarkt en steunmaatregelen, wisselden werknemers minder vaak van werkgever. Maar toen de arbeidsmarkt zich herstelde van de pandemie, nam het percentage mensen dat van werkgever veranderde toe. In het 3e kwartaal van 2022 was dit bijna verdubbeld ten opzichte van begin 2013: 5,3% van de werknemers had toen een andere werkgever dan het kwartaal ervoor.

Werknemers met een vaste arbeidsrelatie wisselen over het algemeen minder vaak van werkgever dan werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Tot die laatste groep behoren werknemers met een tijdelijk, oproep- of uitzendcontract. In het 3e kwartaal van 2022 wisselde 2,8% van de werknemers die in het kwartaal ervoor een vast contract hadden van werkgever, tegenover 10,4% van de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Vreemd is dit niet, er staat immers meer op het spel bij mensen met een vaste baan. Een groot deel van hen (70%) begint bij een nieuwe werkgever met een tijdelijk contract. Zij leveren bij een overstap dus vaak in op het gebied van baanzekerheid. Dit kan een reden zijn om niet van werkgever te wisselen.

In een krappe arbeidsmarkt wisselen werknemers met een vaste baan vaker van werkgever dan in een ruime arbeidsmarkt. De risico’s zijn dan bij een overstap gemakkelijker te nemen. Werknemers beoordelen in een krappe arbeidsmarkt hun eigen baan en kiezen voor de (financiële) voordelen, zoals een hoger loon, meer ontwikkelmogelijkheden, interessanter werk of gunstigere andere arbeidsvoorwaarden.

Ook werknemers met een flexibele arbeidsrelatie wisselen in een krappe arbeidsmarkt vaker van baan. Begin 2013 wisselde ongeveer 1 op de 20 flexkrachten in een kwartaal van werkgever, tegenover 1 op de 10 eind 2022. Ruim de helft van deze baanwisselaars zijn jongeren. Opvallend is dat maar een klein gedeelte (10%) van de baanwisselaars met een flexibele arbeidsrelatie erin slaagt om het kwartaal erna een vaste baan te vinden. De baanzekerheid neemt door een overstap dus vaak niet toe, maar zij kunnen er wel op vooruit gaan qua arbeidsvoorwaarden of –omstandigheden.

Het aantal zzp’ers is de afgelopen 2 jaar sterk toegenomen (+14%). Na de pandemie maakten veel meer werknemers de overstap om als zelfstandige te gaan werken dan ervoor. Werken als zelfstandige is een andere mogelijkheid om de kansen die de krappe arbeidsmarkt biedt te benutten. In het 3e kwartaal van 2022 ging het om een recordaantal van ongeveer 60.000 werknemers die de overstap maakten. De grootste groei vond plaats bij zzp’ers in zorg- en welzijnsberoepen, gevolgd door technische, commerciële en ICT-beroepen, zo blijkt uit een analyse van CBS.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)