In 2008 kwamen banken en andere financiële instellingen in problemen. Risico’s op wanbetaling bleken groter dan eerder ingeschat. Dit leidde tot meer terughoudendheid bij het verstrekken van kredieten. Hierdoor werd de economische groei fors afgeremd. Afname van de economische groei trof vooral sectoren die gevoelig zijn voor economische schommelingen, zoals de uitzendbranche, industrie, transport en bouw. In de financiële sector daalde de werkgelegenheid sterk door automatisering. Ook sloten steeds meer kantoren hun deuren. Het aantal WW-uitkeringen steeg van 180.000 in 2008 naar 300.000 in 2010.
De crisis in de financiële sector werkte door in andere sectoren. Verschillende landen in de eurozone kregen problemen. Ze konden niet voldoen aan betalingsverplichtingen op staatsobligaties. Daarnaast liep de wereldhandel terug. In Nederland was het aantal faillissementen hoog. Het consumentenvertrouwen daalde en de werkloosheid steeg. De eurocrisis trof in het bijzonder de bouw. Het aantal werknemersbanen nam af, terwijl het aantal zelfstandigen licht steeg. Door bezuinigingen daalde het aantal banen in zorg en openbaar bestuur. Het aantal WW-uitkeringen steeg tot een piek van 460.000.
Sinds 2013 wordt de AOW-leeftijd in stappen verhoogd. De AOW-leeftijd is nu 67 jaar en 0 maanden. In 2028 stijgt de AOW-leeftijd naar 67 jaar en 3 maanden. Hierdoor blijven mensen langer actief op de arbeidsmarkt. Ook komen er meer 65-plussers in de WW. In 2023 ontvingen ongeveer 10.000 65-plussers een WW-uitkering.
Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) werd zowel de ontslagbescherming als de WW aangepast. Via deze wet werd de maximale duur van een werkloosheidsuitkering (WW) stapsgewijs verkort en de opbouw van WW-rechten verlaagd. Vóór 2015 gaf ieder jaar arbeidsverleden recht op 1 maand WW, met een maximum van 38 maanden. Door deze wet daalde het aandeel uitkeringen met een looptijd langer dan 1 jaar van circa 30% naar ongeveer 15% in 2023.
Het aantal WW-uitkeringen bleef nog lang op het hoge niveau van de crisis in 2013. In het voorjaar van 2016 bereikte dit aantal een piek van 470.000. Eind 2019 verstrekte UWV 220.000 WW-uitkeringen. In deze periode stroomden veel mensen de WW uit. Zij waren eerder vooral werkzaam in de detailhandel, uitzendbedrijven, zorg en welzijn en bouw.
De pandemie had een snelle terugval in de wereldhandel tot gevolg en een enorme impact op sectoren met lockdowns. Dankzij de steunmaatregelen van de overheid, zoals de NOW-regeling, bleef een explosieve stijging van WW-uitkeringen uit. Toch steeg het aantal WW-uitkeringen in het voorjaar van 2020 naar 300.000.
Na de coronacrisis kwam de economie weer op gang. De vraag naar personeel steeg sterk en de krapte op de arbeidsmarkt bereikte recordhoogten. Het aantal mensen in de WW daalde van 300.000 in 2020 naar ongeveer 150.000 in 2022.
In februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Veel Oekraïners vluchtten naar EU-landen, zoals Nederland. Deze groep vluchtelingen kreeg een speciale status en mag in Nederland werken. De beroepsbevolking groeide hierdoor met ongeveer 109.000 personen.
Eind 2023 verstrekte UWV ongeveer 160.000 WW-uitkeringen. In 2024 wordt nog een verdere stijging verwacht, tot ruim 180.000. Tegelijkertijd blijft de arbeidsmarkt krap.