Het sociaal werk speelt zich af in buurthuizen, scholen en in de wijk. Bij jeugdzorg wordt hulp geboden op scholen, in pleeggezinnen, behandelgroepen en gesloten instellingen. De meest voorkomende beroepsgroepen in deze sectoren zijn sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders en maatschappelijk werkers.
Het aantal werknemersbanen in sociaal werk is tussen 2020 en 2024 toegenomen van 53.200 naar 64.700. In de jeugdzorg groeide het aantal banen van 31.000 naar 36.100. Het aantal WW-uitkeringen voor sociaal werkers en maatschappelijk werkers nam in dezelfde periode af. En er is een krappe arbeidsmarkt voor deze beroepsgroepen.
De groei van het aantal banen in sociaal werk en jeugdzorg heeft verschillende oorzaken. Zo is bijvoorbeeld de sociale problematiek toegenomen door de coronaperiode. Ook zijn veel mensen in financiële problemen geraakt door de inflatie.
De verwachting is dat het personeelstekort de komende jaren verder toeneemt. Onderzoeksbureau ABF Research gaat er vanuit dat het tekort in het sociaal werk groeit van 2.500 personen in 2023 naar 7.500 in 2033. In de jeugdzorg neemt het tekort toe van 800 personen in 2023 tot 3.400 personen in 2033. De instroom uit het onderwijs is naar verwachting niet groot genoeg om aan de vraag naar personeel te voldoen.
Het aantrekken van personeel dat een overstap wil maken uit een ander beroep kan een van de oplossingen zijn voor de personeelstekorten in het sociaal werk en jeugdzorg. Vooral vanuit de volgende beroepsgroepen wordt een overstap gemaakt:
- medewerkers andere zorgberoepen, zoals verzorgenden
- kinderopvangmedewerkers
- winkelpersoneel
Banen in het sociaal werk en de jeugdzorg vragen om uiteenlopende vaardigheden. Skills die gevraagd worden zijn bijvoorbeeld:
- mensen begeleiden
- aandacht voor mensen
- betrouwbaarheid en eerlijkheid
- samenwerken en overleggen
- plannen en organiseren
- contactuele vaardigheden en netwerken
- omgaan met spanning en tegenslag