Nederland werkt aan een aantal klimaat- en milieudoelen. Bijvoorbeeld het verminderen van broeikasgassen, het verbeteren van de water- en bodemkwaliteit en meer biodiversiteit. Hierbij spelen beroepen in de land- en tuinbouw een belangrijke rol. Daarnaast vragen de uitdagingen om kennis en vaardigheden van beroepen in sectoren die zich op andere manieren bezighouden met landgebruik, -onderhoud of -inrichting.
De beroepen die nodig zijn voor een toekomstbestendige landbouw zijn daarom als volgt in te delen:
- agrarisch bedrijf: zoals akkerbouwers, veehouders en boomkwekers
- overheid: zoals beleidsadviseurs, milieukundigen en vergunningverleners
- technologie en innovatie: zoals wetenschappers, staladviseurs en technici
- erfbetreders: zoals bedrijfsadviseurs, vee-artsen en (onderhouds)monteurs
- natuurbeheerders: zoals hoveniers, groenmedewerkers en landschapsarchitecten
- voedselketen: zoals keurmeesters, winkeliers en koks
De arbeidsmarkt is krap tot zeer krap voor beroepen die nodig zijn voor het uitvoeren van de milieumaatregelen. Zo is er in de agrarische en groene sector veel vraag naar hoveniers, medewerkers groente- en fruitteelt en beleidsadviseurs. In de wintermaanden is het aantal vacatures wel lager.
Voor een toekomstbestendige landbouw zijn niet direct andere beroepen nodig. Wel vragen sommige maatregelen om andere kennis en vaardigheden. Ondernemerschap, flexibiliteit en wendbaarheid worden belangrijkere vaardigheden om beter te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Bijvoorbeeld bij de overstap naar andere teelten of teeltsystemen die beter bestand zijn tegen langdurige droogte of extreme regenval. Ook de samenwerking met andere vakgebieden wordt belangrijker. Bijvoorbeeld bij multifunctionele landbouw, zoals een zorgboerderij, recreatie op het erf of een boerderijwinkel. Daarnaast is er meer kennis nodig van water, bodem, biodiversiteit en techniek. Hiervoor zijn opleidingen en leerwerktrajecten onmisbaar.
In het rapport Landbouw en Landgebruik - banen voor een duurzame toekomst staat welke beroepen nodig zijn om de sector te verduurzamen.
Mensen die zich willen laten omscholen naar een baan die bijdraagt aan een toekomstbestendige landbouw hebben goede baankansen. Instromen zonder diploma’s is soms ook mogelijk. Bijvoorbeeld via een zij-instroomtraject, een door de werkgever betaalde opleiding. UWV, werkgevers en opleidingsinstituten bieden gerichte opleidingstrajecten voor zij-instromers aan. De trajecten starten als er voldoende vraag van werkgevers is.
In een krappe arbeidsmarkt is het voor werkgevers moeilijk personeel te vinden. UWV publiceerde daarom een rapport met verschillende oplossingen voor personeelstekorten.