Een deel van dit onbenut arbeidspotentieel is als uitkeringsgerechtigde geregistreerd bij gemeenten en UWV en daardoor bekend in de regio. Een groter deel is niet of minder goed geadministreerd en is daardoor lastiger te benaderen voor werk.
UWV en CBS hebben de afgelopen periode stappen gezet om het onbenutte arbeidspotentieel landelijk en in de regio beter in beeld te brengen. UWV publiceerde in nauwe samenwerking met het CBS kortgeleden de ‘Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel’. Bij het CBS verschenen daarnaast op 13 juni cijfers over het regionale onbenutte arbeidspotentieel.
In 2021 waren er in Zuid-Holland Centraal 274.000 personen van 15 tot 75 jaar. Hiervan horen volgens CBS 28.000 personen tot het regionale onbenut arbeidspotentieel. Dit betekent dat ongeveer 10% van de mensen tussen 15 en 75 jaar onder het onbenut arbeidspotentieel vallen. Dit aandeel is gelijk aan het landelijke aandeel. Het onbenut arbeidspotentieel in Zuid-Holland Centraal bestond uit:
- 11.000 onderbenutte deeltijders (39%). Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
- 9.000 werklozen (32%). Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht én voor hun werkloosheid direct beschikbaar waren.
- 8.000 semi-werklozen (29%). Dit zijn personen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn, óf die niet recent hebben gezocht maar wel direct beschikbaar zijn. Ook personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn vallen onder semi-werklozen.
Zuid-Holland Centraal kent met 39% in vergelijking met regio Holland Rijnland, Midden-Holland en Nederland een lager aandeel onbenutte deeltijders, ofwel mensen die meer willen werken. Alleen Haaglanden heeft een lager percentage van 34%. Het zijn vooral vrouwen die relatief vaak in deeltijd werken. De zorg en welzijn, detailhandel en onderwijs zijn relatief sterk vertegenwoordigde sectoren in Zuid-Holland Centraal.
Het aandeel werklozen in het onbenut arbeidspotentieel was met 32% in Zuid-Holland Centraal vergelijkbaar met het aandeel onderbenutte deeltijders. Werklozen hebben in Zuid-Holland Centraal een vergelijkbaar aandeel als in Nederland en de omliggende regio’s Midden-Holland, Holland Rijnland. In de regio Haaglanden is er een lager aandeel werkenden bij lager en middelbaar opgeleiden. Op alle opleidingsniveaus zijn de werkenden in Zuid-Holland Centraal gelijk met het landelijk gemiddelde. Semi-werklozen hadden met 29% een relatief gemiddeld aandeel in vergelijking met de andere omliggende regio’s en Nederland. Het succes valt in Zuid-Holland Centraal te halen te halen bij de onderbenutte deeltijders en werklozen.
Om de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel (beter) in te zetten, kunnen verschillende benaderingen gekozen worden. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld hun werknemers die deeltijd werken, een (deeltijd)-contract aanbieden voor meer uren. Een andere optie is werklozen te interesseren in scholing en training om hen te laten matchen met functies die openstaan. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders kunnen daarbij een rol spelen.
Een oplossing om onderbenutte deeltijders en semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het bieden van passende voorzieningen, zoals kinderopvang. Dergelijke oplossingen zijn ook een manier om mensen met een arbeidsbeperking te helpen om aan het werk te gaan.
Binnen de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal was het onbenut arbeidspotentieel van de 15- tot 75-jarigen in 2021 naar verhouding het grootst in:
- gemeente Wassenaar (11,3%)
- gemeente Zoetermeer (10,4%)
De gemeente Lansingerland had met 8,8% het kleinste aandeel in het onbenut arbeidspotentieel. De gemeenten Leidschendam-Voorburg (9,4%), Pijnacker-Nootdorp (9,2%) en Voorschoten (9,2%) zijn de middenmoter. In Zoetermeer behoorden 9.900 personen tot het onbenutte arbeidspotentieel en daarmee was het aantal daar het grootst. In gemeente Voorschoten was dit aantal met 1.700 personen het kleinst.