Er zijn nog mensen in Zeeland die ervoor openstaan om (meer) te gaan werken. Eén van de manieren om tekorten op de arbeidsmarkt tegen te gaan is in te zetten op deze groep: het nog beschikbare onbenutte talent, oftewel onbenut arbeidspotentieel.
In Zeeland behoren ongeveer 24.000 personen tot het onbenut arbeidspotentieel. Dit is 8,5% van het totaal aantal inwoners tussen 15 en 75 jaar (283.000). Het percentage onbenut arbeidspotentieel in Zeeland ligt daarmee iets lager dan het landelijke aandeel (10,0%). Het onbenut arbeidspotentieel in Zeeland bestaat uit:
- 11.000 onderbenutte deeltijders (46%). Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
- 7.000 werklozen (29%). Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht én voor hun werkloosheid direct beschikbaar waren.
- 6.000 semi-werklozen (25%). Dit zijn personen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn, óf die niet recent hebben gezocht maar wel direct beschikbaar zijn. Ook personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn vallen onder semi-werklozen.
Een groot deel van het onbenut arbeidspotentieel in Zeeland bestaat uit onderbenutte deeltijders (46%): mensen die meer willen werken. Het zijn vooral vrouwen en jongeren die relatief vaker onderbenutte deeltijder zijn. Landelijke informatie laat zien dat zij vooral in winkels, de zorgsector en het middelbaar onderwijs werkzaam zijn.
Om de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel (beter) in te zetten, kunnen verschillende benaderingen gekozen worden. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld hun werknemers die deeltijd werken, een (deeltijd)-contract aanbieden voor meer uren. Ook het aanpassen van werkroosters en het actief met werknemers in gesprek gaan over urenuitbreiding behoren tot de mogelijkheden.
Een oplossing om ook semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het bieden van passende voorzieningen, zoals kinderopvang. Dit soort oplossingen kan ook mensen met een arbeidsbeperking helpen om aan het werk te gaan.
Een andere benadering is werklozen te interesseren in scholing en training om hen te laten matchen met functies die openstaan. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders kunnen daarbij een rol spelen.
UWV en CBS hebben de afgelopen periode stappen gezet om het onbenut arbeidspotentieel landelijk en in de regio beter in beeld te brengen. UWV publiceerde in nauwe samenwerking met het CBS kortgeleden de Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel. Het CBS publiceerde op 13 juni cijfers over het regionale onbenutte arbeidspotentieel.