Een deel van dit onbenut arbeidspotentieel is als uitkeringsgerechtigde geregistreerd bij gemeenten en UWV en daardoor bekend in de regio. Een groter deel is niet of minder goed geadministreerd en is daardoor lastiger te benaderen voor werk. 

UWV en CBS hebben de afgelopen periode stappen gezet om het onbenutte arbeidspotentieel landelijk en in de regio beter in beeld te brengen. UWV publiceerde in nauwe samenwerking met het CBS kortgeleden de ‘Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel’. Bij het CBS verschenen daarnaast op 13 juni cijfers over het regionale onbenutte arbeidspotentieel.

In 2021 waren er in Midden-Holland bijna 145.000 personen van 15 tot 75 jaar. Hiervan horen volgens CBS 13.000 personen tot het regionale onbenut arbeidspotentieel. Dit betekent dat 9% van de mensen tussen 15 en 75 jaar onder het onbenut arbeidspotentieel vallen. Dit is kleiner dan het landelijke aandeel van 10%. Het onbenut arbeidspotentieel in Midden-Holland bestond uit:

  • 6.000 onderbenutte deeltijders (46%). Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
  • 4.000 werklozen (31%). Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht én voor hun werkloosheid direct beschikbaar waren.
  • 3.000 semi-werklozen (23%). Dit zijn personen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn, óf die niet recent hebben gezocht maar wel direct beschikbaar zijn. Ook personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn vallen onder semi-werklozen.

Midden-Holland kende met 46% in vergelijking met Holland-Rijnland, Zuid-Holland Centraal en Haaglanden een grotere groep onbenutte deeltijders, ofwel mensen die meer willen werken. Ook is het hoger dan het gemiddelde in Nederland (42%). Het zijn vooral vrouwen die relatief vaak in deeltijd werken. Zij werken vooral in zorg en welzijn, detailhandel en onderwijs.

Het aandeel werklozen in het onbenut arbeidspotentieel was met 31% in Midden-Holland lager dan het aandeel onderbenutte deeltijders. Vooral het aandeel middelbaar opgeleiden met werk is in Midden-Holland (77%) hoger dan landelijk (73%). Bij laag- en hoog opgeleiden is dat aandeel vergelijkbaar met Nederland. In de regio zijn een aantal sectoren die van belang zijn voor hen sterk vertegenwoordigd: detailhandel, transport, groothandel en bouw, terwijl ook industrie werk biedt. Semi-werklozen hadden met 23% een relatief lager aandeel dan in Holland Rijnland (28%), Zuid-Holland Centraal (30%), Haaglanden (31%) en het landelijk gemiddelde (27%). Het succes valt in Midden-Holland te halen bij onderbenutte deeltijders en werklozen.

Om de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel (beter) in te zetten, kunnen verschillende benaderingen gekozen worden. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld hun werknemers die deeltijd werken, een (deeltijd)-contract aanbieden voor meer uren. Een andere optie is werklozen te interesseren in scholing en training om hen te laten matchen met functies die openstaan. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders kunnen daarbij een rol spelen. 

Een oplossing om onderbenutte deeltijders en semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het bieden van passende voorzieningen, zoals kinderopvang. Dergelijke oplossingen zijn ook een manier om mensen met een arbeidsbeperking te helpen om aan het werk te gaan.

Binnen de arbeidsmarktregio Midden-Holland was het onbenut arbeidspotentieel van de 15- tot 75-jarigen in 2021 naar verhouding het grootst in:

  • gemeente Gouda (10,1%)
  • gemeente Waddinxveen (8,7%)

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk (8,2%) had het kleinste aandeel onbenut arbeidspotentieel. Waddinxveen (8,7%) Krimpenerwaard (8,5%) zijn vergelijkbaar met elkaar. In gemeente Gouda behoorden 5.600 personen tot het onbenutte arbeidspotentieel en daarmee was het aantal daar het grootst (10,1%). In gemeente Waddinxveen was dit aantal met 1.900 personen het kleinst.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)