De tekorten aan personeel in de kinderopvang zijn de laatste 3 jaar toegenomen. Veel kinderopvangcentra zitten vol en er zijn lange wachtlijsten. Het personeelstekort zorgt bovendien voor een hoge werkdruk onder bestaande medewerkers, wat leidt tot verzuim en verloop.

Vanaf het 3e kwartaal van 2020 is de regionale spanning op de arbeidsmarkt voor pedagogisch medewerkers snel gestegen. Inmiddels is er in Holland Rijnland voor dit beroep sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt. Aan het eind van het 4e kwartaal van 2022 stonden in Holland Rijnland ruim 250 vacatures open voor pedagogisch medewerker in de kinderopvang. Tegelijkertijd daalde het aantal WW’ers voor dit beroep tot 25.

Door het kabinetsplan om over enkele jaren voor alle werkende ouders de kinderopvang vrijwel geheel te vergoeden, neemt de vraag naar personeel vermoedelijk verder toe. Volgens het Prognosemodel Zorg en Welzijn van ABF Research is er in Zuid-Holland Noord, waar Holland Rijnland onder valt, momenteel een tekort van 200 medewerkers. Dit zal tot 2032 oplopen tot ongeveer 400 of, als het nieuwe beleid wordt ingevoerd, zelfs zo’n 1.100 medewerkers.

Door de toenemende krapte groeit het aantal gewerkte uren per persoon. De deeltijdfactor, die het gemiddeld aantal gewerkte uren ten opzichte van een werkweek van 36 uur weergeeft, is in 5 jaar tijd gestegen. Volgens ZWconnect bedroeg deze deeltijdfactor in kwartaal 3 van 2017 nog 0,60. In kwartaal 3 van 2022 was deze factor gestegen tot 0,68. Ook nam tussen 2017 en 2021 het aantal zelfstandig ondernemers in de kinderopvang af, van 20% tot 14,3%. Dit zou er op kunnen duiden dat werkgevers door de krapte eerder geneigd zijn om personeel in vaste dienst te nemen.

Het tekort aan pedagogisch medewerkers in Holland Rijnland zorgt ook buiten de sector voor problemen. Als er geen kinderopvang beschikbaar is, zijn ouders namelijk minder uren beschikbaar voor werk. Daarom is het van belang dat werkgevers hun werving aanpassen. Zij kunnen bijvoorbeeld selecteren op basis van skills en vaardigheden in plaats van werkervaring en diploma’s. Zo kan zij-instroom ontstaan.

In de regio Holland Rijnland zijn verschillende oplossingen bedacht om de tekorten in de kinderopvang tegen te gaan. Het initiatief hiervoor is genomen door bij de branche betrokken partijen, zoals kinderopvangorganisaties, onderwijs, UWV, gemeenten en andere overheden.

  • Kinderopvangorganisatie Partou werkt samen met het Werkgeversservicepunt om werkzoekenden met een taalachterstand een plek te bieden binnen de kinderopvang. Het betreft een BBL-traject, inclusief taalondersteuning, tot pedagogisch medewerker. Enkele kandidaten zijn al geschikt bevonden om deel te nemen.
  • Bij kinderopvangorganisaties Kindkracht in Roelofarendsveen en de Schavuiten in Leiden zijn via het Werkgeversservicepunt bovendien verkorte trajecten mogelijk, naast het reguliere BBL-traject tot pedagogisch medewerker.
  • UWV is betrokken bij diverse initiatieven om werkgevers in de kinderopvang te helpen bij het werven en binden van pedagogisch medewerkers. Zo adviseert UWV om meer te kijken naar skills en vaardigheden van werkzoekenden buiten de beroepsgroep. Er is behoefte aan medewerkers die sociaal vaardig zijn, aandacht hebben voor anderen en kunnen omgaan met diversiteit. Ze moeten daarnaast in staat zijn anderen te begeleiden en bijvoorbeeld spelactiviteiten kunnen organiseren. Wanneer er een match is op basis van skills en vaardigheden kan een werkgever kijken hoe de werkzoekende kan worden omgeschoold of bijgeschoold.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)