Een deel van dit onbenut arbeidspotentieel is als uitkeringsgerechtigde geregistreerd bij gemeenten en UWV en daardoor bekend in de regio. Een groter deel is niet of minder goed geadministreerd en is daardoor lastiger te benaderen voor werk. 

UWV en CBS hebben de afgelopen periode stappen gezet om het onbenutte arbeidspotentieel landelijk en in de regio beter in beeld te brengen. UWV publiceerde in nauwe samenwerking met het CBS kortgeleden de ‘Samenstelling van onbenut arbeidspotentieel’. Bij het CBS verschenen daarnaast op 13 juni cijfers over het regionale onbenutte arbeidspotentieel.

In 2021 waren er in Haaglanden 641.000 personen van 15 tot 75 jaar. Hiervan horen volgens CBS 77.000 personen tot het regionale onbenut arbeidspotentieel. Dit betekent dat 12% van de mensen tussen 15 en 75 jaar onder het onbenut arbeidspotentieel vallen. Dit aandeel is groter dan het landelijke aandeel (10%). Het onbenut arbeidspotentieel in Haaglanden bestond uit:

  • 27.000 onderbenutte deeltijders (35%). Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
  • 26.000 werklozen (34%). Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht én voor hun werkloosheid direct beschikbaar waren.
  • 24.000 semi-werklozen (31%). Dit zijn personen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht maar niet direct beschikbaar zijn, óf die niet recent hebben gezocht maar wel direct beschikbaar zijn. Ook personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn vallen onder semi-werklozen.

Haaglanden kende met 35% in vergelijking met de andere regio’s met een G-4 gemeente en Nederland een kleiner aandeel onbenutte deeltijders, ofwel mensen die meer willen werken. Het zijn vooral vrouwen die relatief vaak in deeltijd werken. Zij werken vooral in zorg en welzijn, detailhandel en onderwijs. 

Het aandeel werklozen in het onbenut arbeidspotentieel was met 34% in Haaglanden bijna even groot als het aandeel onderbenutte deeltijders. Werklozen hebben in Haaglanden een groter aandeel dan in Nederland en Midden-Utrecht. Laag en middelbaar opgeleiden hadden in de regio minder vaak een baan. In Haaglanden zijn veel sectoren die voor deze opleidingsniveaus van belang zijn relatief ondervertegenwoordigd. Het gaat dan om sectoren als industrie, bouw, detailhandel, horeca en transport. 

Semi-werklozen hadden met 31% een relatief hoger aandeel dan in andere regio’s met een G4-gemeente en Nederland.

Om de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel (beter) in te zetten, kunnen verschillende benaderingen gekozen worden. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld hun werknemers die deeltijd werken, een (deeltijd)-contract aanbieden voor meer uren. Een andere optie is werklozen te interesseren in scholing en training om hen te laten matchen met functies die openstaan. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders kunnen daarbij een rol spelen. 

Een oplossing om onderbenutte deeltijders en semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het bieden van passende voorzieningen, zoals kinderopvang. Dergelijke oplossingen zijn ook een manier om mensen met een arbeidsbeperking te helpen om aan het werk te gaan.

Binnen de regio Haaglanden was het onbenut arbeidspotentieel van de 15- tot 75-jarigen in 2021 naar verhouding het grootst in:

  • gemeente Delft (13,9%)
  • gemeente Den Haag (12,5%)

De gemeenten Midden-Delfland en Westland hadden met 8,4% de kleinste aandelen onbenut arbeidspotentieel. Rijswijk was met 10,5% een middenmoter. In gemeente Den Haag behoorden 52.600 personen tot het onbenutte arbeidspotentieel en daarmee was het aantal daar het grootst. In gemeente Midden-Delfland was dit aantal met 1.200 personen het kleinst.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)