Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) daalde in Amersfoort het onbenut arbeidspotentieel van 24.000 personen in 2021 naar 20.000 in 2022. Door de grote vraag op de arbeidsmarkt vinden steeds meer mensen (meer) werk. Ten opzichte van de totale potentiële beroepsbevolking in Amersfoort, personen van 15 tot 75 jaar, daalde het onbenut arbeidspotentieel van 10% in 2021 naar 7,9% in 2022. Het percentage onbenut arbeidspotentieel in Amersfoort ligt daarmee lager dan het landelijk gemiddelde van 8,8%.
Het onbenut arbeidspotentieel is het hoogst in Amersfoort. In deze gemeente behoren 10.000 inwoners van 15 tot 75 jaar tot het onbenut potentieel. Dat is ongeveer de helft van het totale onbenut arbeidspotentieel in de arbeidsmarktregio Amersfoort. In Woudenberg is het onbenut arbeidspotentieel laag.
Het onbenut arbeidspotentieel in Amersfoort bestaat uit:
- 9.000 onderbenutte deeltijders. Dit zijn werkenden, die meer uren kunnen en willen werken.
- 6.000 werklozen. Dit zijn personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn voor werk.
- 5.000 semi-werklozen. Dit zijn bijvoorbeeld personen die tijdelijk vanwege ziekte, arbeidsongeschiktheid, een opleiding of andere redenen niet beschikbaar of niet werkzoekend zijn.
De onderbenutte deeltijders zijn de grootste groep in het onbenut arbeidspotentieel. Deze groep bestaat relatief uit meer vrouwen (circa 60%) dan mannen (circa 40%). Vrouwen werken vaker in sectoren waarin meer deeltijd wordt gewerkt, zoals de zorg.
Niet iedereen die tot het onbenut arbeidspotentieel hoort staat geregistreerd als werkzoekende. Slechts een deel van het onbenut arbeidspotentieel is als uitkeringsgerechtigde ingeschreven bij gemeenten en UWV.
Om de inzet van de verschillende groepen binnen het onbenut arbeidspotentieel te vergroten, zijn er verschillende oplossingen mogelijk. Allereerst is het van belang om de groep die nog niet geregistreerd staat, zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Daarnaast kunnen werkgevers werknemers die deeltijd werken, een contract aanbieden voor meer uren, of hen ondersteunen bij het combineren van 2 banen.
Een andere benadering is om de diversiteit aan talenten op de arbeidsmarkt beter te benutten. Dit kan bijvoorbeeld door werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt, 65-plussers, jongeren en mensen met een arbeidsbeperking een kans te geven.
Een oplossing om semi-werklozen aan het werk te krijgen, is bijvoorbeeld het (om)scholen van werklozen, zodat hun vaardigheden beter aansluiten bij de te vervullen vacatures. Ook het werven op basis van skills in plaats van diploma’s is een optie. Als organisaties afstappen van harde functie-eisen en meer selecteren op motivatie en talent, worden (semi-) werklozen eerder gemotiveerd om te solliciteren als ze niet aan alle eisen voldoen. Werkgevers, sectoren, gemeenten, UWV en opleiders spelen daarin een belangrijke rol.