UWV bekeek de werksituatie van ruim 200.000 mensen die kort na het beëindigen van hun WW-uitkering in loondienst werkten. Zij waren 25 tot en met 62 jaar. Van deze groep bleef 73% langer dan een jaar achter elkaar aan het werk, al dan niet in een andere baan. Dit is een hoger percentage dan in 2018 (69%), 2019 (65%) en 2020 (68%). De stijging hangt waarschijnlijk samen met het economisch herstel na de coronacrisis en de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt.

De meeste mensen die vanuit de WW werk vinden, hebben een tijdelijk contract of werken als uitzendkracht. Van de mensen met een tijdelijk contract bleef 78% langer dan een jaar achter elkaar aan het werk. Van de groep uitzendkrachten was dit 61%, nog altijd ruim de helft.

Een aantal groepen mensen die vanuit de WW werk vinden, blijft minder vaak langdurig werken:

  • Mensen die gemiddeld weinig uren per week werken. 
  • Mensen die het minimumloon verdienen. 
  • Mensen met een uitvoerend beroep in de bouw of met een agrarisch beroep. Bij deze beroepen gaat het vaak om seizoensarbeid, waardoor er niet het hele jaar door werk is.

55-plussers zijn gemiddeld langer werkloos dan andere leeftijdsgroepen. Maar mensen van 55 tot en met 62 jaar die vanuit de WW in loondienst aan het werk gaan, blijven net zo vaak langdurig aan het werk als jongere mensen.

Het onderzoeksrapport beschrijft de ontwikkeling vanaf 2018 van mensen die na de WW langer dan een jaar aan het werk blijven. Ook bevat het een uitgebreide beschrijving van de verschillen die naar voren kwamen in het onderzoek.

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)