In 2024 stroomden 148.100 mensen uit de WW naar een baan in loondienst. De mensen die het vaakst terugkeren naar hun oude sector, werkten vóór de WW in de volgende sectoren: 

  • gezondheidszorg (64%)
  • uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (61%)
  • agrarisch en groen  (52%)
  • onderwijs (49%)
  • horeca (49%)
  • sociaal werk, jeugdzorg en kinderopvang (47%)

De redenen voor terugkeer verschillen per sector. Soms biedt het oude werkveld goede baankansen. Ook kunnen mensen diploma’s of certificaten hebben die vooral in hun oude branche gevraagd worden. Denk bijvoorbeeld aan personen die weer een baan in het onderwijs of de zorg vinden. In de sector agrarisch en groen komt veel seizoenswerk voor. In de winter is er in deze sector minder werk. Een deel van de werknemers ontvangt dan een WW-uitkering. Als het werk weer aantrekt keren zij vaak terug naar de sector agrarisch en groen. Ook mensen uit de uitzendsector keren vaker dan gemiddeld terug. In deze branche zijn banen veelal tijdelijk. 

Sectoren zoals de gezondheidszorg en het onderwijs hebben grote personeelstekorten. Dit geldt ook voor sociaal werk, jeugdzorg en kinderopvang. Het is daarom gunstig dat naar verhouding veel mensen terugkeren naar deze branches. Toch is er ook een groep die deze maatschappelijk belangrijke sectoren verlaat.  

Van alle mensen die na de WW een baan in loondienst vinden, stapt 11% over naar de uitzendsector. Dit betekent dat zij via de uitzendsector gaan werken, terwijl zij dat eerder niet deden. Hiervan gaat 70% als uitzendkracht aan de slag. Anderen werken bijvoorbeeld als intercedent of administratief medewerker bij een uitzendbureau.

In welke sector uitzendkrachten werken, is niet bekend. Zij hebben een contract bij een uitzendbureau, maar worden uitgeleend aan een andere branche. Een overstap naar de uitzendbranche kan ook betekenen dat iemand terugkeert naar het oude werkveld, maar dan als uitzendkracht. 

Na de WW stappen mensen uit onderstaande sectoren vaak over naar een andere sector dan de uitzendbranche:

  • financiële dienstverlening (64%)
  • overige dienstverlening (62%)
  • specialistische zakelijke diensten (59%)
  • informatie en communicatie (58%)
  • groothandel (57%)

Voor mensen uit deze sectoren zijn er soms goede mogelijkheden om in een ander werkveld een baan te vinden. Dit komt onder andere doordat een aantal beroepen in deze sectoren ook in andere branches voorkomt. Voorbeelden hiervan zijn ICT’er, administratief medewerker en boekhouder.

Naast de sector voor de WW, spelen ook leeftijd en werkloosheidsduur een rol bij een overstap naar een andere sector. Mensen die minimaal 1 jaar werkloos zijn stappen vaker over dan mensen die korter werkloos zijn. Ook wisselen 55-plussers minder vaak van branche dan andere leeftijdsgroepen. Verder valt op dat 15- tot 25-jarigen vaker dan gemiddeld naar de uitzendbranche overstappen of naar deze sector terugkeren.

Het rapport ‘Sectorale mobiliteit vanuit de WW’ laat alle wisselingen van sector zien van personen die in 2024 van de WW uitstroomden naar een baan in loondienst. 

Een verandering van sector kan de kans op werk vergroten. Om over te stappen naar een ander werkveld is soms (aanvullende) scholing nodig. Regionale Werkcentra geven advies over loopbaan- en omscholingsmogelijkheden.

Op het Inspiratieplatform van UWV staan ervaringsverhalen van mensen die zijn overgestapt naar een andere branche. Werkzoekenden die (ook) een ander beroep willen uitoefenen, kunnen voor tips terecht op werk.nl. Hier vinden werkzoekenden ook meer informatie in welke beroepen er goede kansen op werk zijn. 

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)