In 2015 ontvingen 150.000 mensen binnen een jaar weer een WW-uitkering nadat zij een baan in loondienst vonden. Daarna verbeterde de economische situatie in Nederland en daalde hun aantal tot ongeveer 30.000 in 2023. Deze daling gaat sneller dan die van het aantal nieuwe WW-uitkeringen. Dit aantal nam tussen 2015 en 2024 met 34% af. In onderstaande figuur staat het aantal teruggekeerde WW-ontvangers per jaar. Tijdens de piekjaren was de economische situatie in Nederland slechter. Veel werknemers die na de WW weer aan het werk gaan, beginnen met een tijdelijk contract of uitzendcontract. Als het economisch minder gaat, verliezen zij vaak als eerste hun baan.
Vooral mensen met weers- en seizoensafhankelijke beroepen zoals schilder hebben een grotere kans om binnen een jaar weer een WW-uitkering te ontvangen. De grafiek hieronder laat zien welke beroepsgroepen het vaakst terugkeren naar de WW, vergeleken met het meest voorkomende beroep (administratief medewerker).
Mensen die na hun WW-uitkering werken met een oproepcontract of een uitzendcontract, ontvangen vaker binnen een jaar weer WW dan mensen met een tijdelijk contract. Dit komt doordat uitzendcontracten makkelijker te beëindigen zijn dan tijdelijke contracten. Uitzendkrachten met een vast contract hebben evenveel kans om binnen 12 maanden terug te keren naar de WW als werknemers met een tijdelijk contract buiten de uitzendbranche. Mensen in vaste dienst buiten de uitzendsector ontvangen het minst vaak weer zo snel een uitkering.
In sommige cao’s verliezen werknemers met seizoenswerk hun opgebouwde rechten voor de ketenregeling al na 3 maanden, in plaats van na 6 maanden. Mensen die onder deze cao’s vallen, keren vaker binnen 12 maanden terug naar de WW dan werknemers zonder deze uitzondering in hun cao. De ketenregeling houdt in dat een werkgever maximaal 3 keer een tijdelijk contract aan dezelfde werknemer mag aanbieden binnen een periode van 3 jaar. Daarna moet de werkgever een vast contract aanbieden. Als er een langere periode dan 6 maanden zit tussen 2 tijdelijke contracten, begint de keten opnieuw. Maar in sommige cao’s zijn er uitzonderingen voor seizoenswerk. De periode tussen tijdelijke contracten kan dan worden verkort van 6 naar 3 maanden. Werknemers verliezen dan sneller hun opgebouwde rechten voor de ketenregeling.
Voorbeelden van cao’s met uitzonderingen op de ketenregeling zijn:
- agrarisch
- bouw en infra
- podia, toneel en dans
- reisbranche
- recreatie
- museum
- schilders
- sport
- horeca
Mensen keren ook vaker terug naar de WW als ze:
- korter dan 3 maanden een WW-uitkering ontvingen of nog niet de maximale WW-duur bereikten. Dit komt doordat hun vorige WW-recht kan herleven als ze binnen 26 weken weer werkloos worden.
- tussen de 35 tot 65 jaar zijn. Ze hebben dan genoeg WW-rechten opgebouwd om weer in de WW te stromen, maar nog geen recht op AOW.
- een praktische opleiding volgden
Personen die via proefplaatsing van UWV een baan krijgen, keren minder vaak terug in de WW. Tussen 2020 en 2023 kregen 1.653 mensen via proefplaatsing een vaste baan. Van deze groep ontving 11% binnen een jaar weer een WW-uitkering. Bij mensen die zonder proefplaatsing een baan vonden, was dat 18%.