Vóór de coronacrisis, begin maart 2020, had bijna 20% van de werkgevers 1 of meer moeilijk vervulbare vacatures openstaan. Daarvan gaf 25% in het najaar van 2020 aan dat dit aantal is afgenomen door de coronacrisis. Bij 11% van de bedrijven was het aantal moeilijk vervulbare vacatures juist toegenomen sinds de coronacrisis. Bij de meerderheid was het aantal gelijk gebleven.
Als oorzaak van het moeilijk kunnen vervullen van vacatures, noemen bedrijven vooral het ontbreken van sollicitanten. Ook het ontbreken van de benodigde vakkennis en de benodigde werkervaring onder sollicitanten werden vaak genoemd als oorzaak.
Sinds de start van de coronacrisis ontstonden er bij 12% van de bedrijven vacatures die moeilijk vervulbaar waren. Vooral in het openbaar bestuur en de gezondheids- en welzijnszorg zijn er veel vestigingen waar moeilijk vervulbare vacatures zijn ontstaan.
In de bouwnijverheid, industrie en ict is bij meer dan de helft van de bedrijven waar nieuwe vacatures zijn ontstaan, sprake van moeilijk vervulbare vacatures. Dit is hoog in vergelijking met andere sectoren.
In het enquêteonderzoek is werkgevers ook gevraagd vooruit te kijken: in welke beroepen verwachten zij binnen een jaar:
- Nieuw personeel nodig te hebben dat mogelijk lastig te vinden is?
- Minder personeel nodig te hebben dan nu het geval is?
De antwoorden op deze open vragen, waarbij werkgevers zelf een beroep konden noemen, zijn gebundeld in een overzicht naar sector. In het overzicht staan steeds de meest genoemde beroepen. Hieruit blijkt dat werkgevers vooral verwachten dat zij komend jaar de volgende mensen moeilijk kunnen vinden:
- vakmensen in de techniek en de zorg
- hoger opgeleide professionals in de ict en op financieel gebied
- docenten in het onderwijs
Een beroep waarvoor werkgevers het komende jaar minder vraag verwachten, is het beroep van administratief medewerker. Het overzicht geeft een indicatie van de tekorten en overschotten die werkgevers in het najaar van 2020 voor 2021 verwachten.