‘We hebben nu zo’n 500 casussen voorbij zien komen. Je loopt daarbij telkens tegen een aantal dingen aan. Hoe wij ons proces intern hebben georganiseerd bijvoorbeeld, en dat medewerkers de ruimte van de wet niet altijd kennen. Collega’s krijgen “professionele buikpijn” van een casus, waarin de wet uitpakt zoals hij níét bedoeld is, maar anderen ervaren die buikpijn juist als ze afwijken van de standaard. De verschillende beelden die in onze organisatie leven, brengen wij in de Maatwerkplaats met elkaar in dialoog. Dat hebben we de kamerleden eerlijk verteld.
We hebben ook laten zien hoe wetten in elkaar zitten. Binnen UWV wordt vaak naar wet- en regelgeving gewezen, maar kamerleden kennen de details van wetten meestal niet. Ze weten niet wat de impact voor de burger is. Er zijn altijd situaties die je als wetgever niet van tevoren kunt voorzien. Daarom is het zo belangrijk om ons, uitvoerders, de professionele ruimte te geven om maatwerk te leveren. In de Maatwerkplaats hanteren wij de methodiek van de perspectiefcirkel. Belangrijk principe is: iedereen erbij betrekken. We bekijken casussen vanuit verschillende perspectieven: de juridische, maatschappelijke en financieel-economische. Al die invalshoeken wegen even zwaar mee. Daarmee voorkom je willekeur en krijg je een goede balans en een afgewogen besluit. De kamerleden vonden dat een mooie aanpak, die vertrouwen wekt.
We hebben ze twee boodschappen meegegeven. De eerste is: zorg dat er in wetten ruimte is voor maatwerk. De tweede: als je een wet maakt, streef dan naar diezelfde balans. Weeg alle perspectieven mee. Anders krijg je dat de pendule eerst naar de kant van handhaving uitslaat bijvoorbeeld, twee jaar later de menselijke maat leidend is en de pendule dan weer naar de handhavingskant doorslaat. kamerleden moeten daarin hun verantwoordelijkheid pakken.’