Het tekort aan verzekeringsartsen en de hoge WIA-instroom zetten het arbeidsongeschiktheidsstelsel onder druk. Maar waar anderen vooral problemen zien, probeert Cheung vanuit haar dagelijkse praktijk concrete oplossingen te vinden die UWV nu al kan implementeren, zonder te hoeven wachten op hervormingen van het hele stelsel.
Het probleem zit volgens Cheung, naast verzekeringsarts ook directeur Arbeid & Gezondheid Sociaal Medische Zaken UWV, in de combinatie van personeelstekorten en de complexiteit van het werk, die door de wachttijden alleen maar toeneemt. ‘Door de wachttijden zien we mensen vaak later dan wenselijk zou zijn. Dan moeten we beoordelen hoe de situatie een half jaar geleden was, toen de cliënt uit dienst ging, én hoe die nu is. Dat kost gewoon meer tijd.’
Dat is vervelend voor de cliënten, maar ook voor de arts, legt ze uit. ‘Mensen moeten langer wachten voordat ze zekerheid krijgen over wel of geen recht op een uitkering. Daardoor duurt het ook langer voordat ze kunnen gaan re-integreren.’
Cheungs motivatie om voor verandering te pleiten komt voort uit een fundamenteel geloof in het helpen van mensen. Het werk van verzekeringsartsen staat vaak in een negatief daglicht omdat mensen denken dat de specialisten ervoor moeten zorgen dat ze geen uitkering krijgen. ‘Maar wij zijn ook gewoon artsen die de Hippocratische eed hebben afgelegd. We geloven dat we mensen helpen door een juiste belastbaarheid vast te stellen’, zegt ze. ‘En op dit moment lopen we vast – we willen dienstverlening geven die we niet kunnen bieden door de achterstanden.’
Een mogelijke oplossing ligt in een zogenoemde ‘lichte toets’. ‘Als arbodiensten bij de WIA-aanvraag volledige, eenduidige informatie met ons delen, kunnen wij op basis daarvan een lichtere toets doen’, legt Cheung uit. ‘Dan heeft die persoon snelle zekerheid over wel of geen recht op uitkering.’
Zo’n toets zou plaats moeten vinden op een passend moment, zodat de verzekeringsarts sneller een goed beeld heeft van iemands gezondheid en mogelijkheden. ‘Stel dat de situatie nog niet stabiel is – iemand heeft net een operatie ondergaan. Dan kunnen we zeggen dat de situatie nog verandert en de volledige beoordeling op een later moment plannen, wanneer de medische situatie stabiel is. Dan is ons advies zinvoller.’
Verzekeringsartsen doen nu veel werk dat door anderen gedaan kan worden. ‘Informatie samenvatten, medische gegevens opvragen bij behandelaars, monitoring in de Ziektewet – dat kan allemaal door ondersteunend personeel of verpleegkundigen’, zegt Cheung. ‘Alleen maken niet alle verzekeringsartsen hier gebruik van. Dat is ook logisch: je bent als professional verantwoordelijk voor je medische oordeel, dus je wilt graag zo veel mogelijk betrokken blijven.’
Een echte doorbraak zit in betere samenwerking met arbodiensten, denkt ze. De vorm en hoeveelheid informatie die zij doorgeven over een cliënt varieert nogal. ‘Van een half A4’tje tot 30 pagina’s aan medische geschiedenis. Dan moet je filteren. Als we een standaard format ontwikkelen van wat we nodig hebben, kunnen we efficiënter oordelen en meer doen’, aldus Cheung.
Dit heeft ook een groot voordeel voor cliënten, die dan niet steeds opnieuw hun klachten hoeven uit te leggen: ‘Dan voelen ze zich gehoord. Ze hebben het idee dat de verzekeringsarts al informatie heeft en hoeven hun verhaal niet opnieuw te vertellen.’
‘Mensen met ziekte of beperkingen hoeven niet per se uit te vallen’
Een derde belangrijke oplossing ligt in een bredere opvatting over wat gezondheid is. ‘Mensen met een ziekte of beperkingen hoeven niet per se uit te vallen’, zegt Cheung, ‘als zij steun krijgen van hun sociale netwerk en weten hoe ze moeten omgaan met hun beperkingen.’
Andersom dreigen mensen soms gemedicaliseerd te worden, terwijl het probleem in hun sociale omgeving ligt. Als voorbeeld noemt Cheung een WW’er in echtscheiding, die zich ziek meldt vanwege de emotionele belasting. ‘Mensen in de WW hebben een sollicitatieplicht, maar in zo’n geval zou je kunnen zeggen: je hoeft nu even niet te solliciteren. Even rust geven, zodat iemand daarna weer gewoon goed kan functioneren.’
De weg vooruit vereist samenwerking van alle betrokken partijen, denkt ze. ‘UWV moet het samen doen met alle partijen die de sociale dienstverlening raken.’ Uiteindelijk, benadrukt Cheung, gaat het om meer dan efficiëntie. Zelf is ze verzekeringsarts geworden omdat ze gefascineerd was door de samenkomst van gezondheidszorg en recht. ‘Rechtvaardigheid en recht doen aan de situatie, dat is de kern van mijn werk. Met medische kennis en wetgeving kunnen we mensen helpen om weer deel te nemen aan de maatschappij.’
Heefan Cheung is een van de gasten bij talkshow KRAP, Keuzes voor morgen, op 7 oktober.
Meer van dit soort artikelen lezen? Meld u aan voor de nieuwsbrief van UWV Magazine en ontvang waardevolle artikelen over arbeidsmarkt en sociale zekerheid in uw inbox.