Teamwork is het niet altijd geweest, zo blijkt uit de woorden van Hirscher. ‘Toen ik zo’n twee jaar geleden aan dit vraagstuk begon, was er niet of nauwelijks sprake van gedeeld eigenaarschap, nu wel. Nu zeggen het ministerie en UWV: dit is geen probleem van de uitvoering, maar een maatschappelijk vraagstuk dat we samen moeten oplossen.’ Sumter, die het onderwerp rond dezelfde tijd als Hirscher op haar bordje kreeg, is het met haar eens. ‘Het is vijftien jaar lang een onderwerp geweest waar te weinig aandacht voor was. Dat moest anders, vond ik, want het gaat om duizenden mensen van wie het leven in de wachtstand staat omdat ze niet weten hoe hun inkomen er in de toekomst uit zal zien. Daarom hebben we hier een speerpunt van gemaakt, een gezamenlijke missie.’

UWV en het ministerie riepen een team in het leven, waarin medewerkers van beide organisaties en Hirscher en Sumter zitting namen. Dat team komt tweewekelijks bij elkaar en neemt allerlei alternatieve oplossingen onder de loep. Ook buitenwettelijke maatregelen worden gewogen. De gerichte aandacht heeft ‘een stroomversnelling veroorzaakt’, vindt Sumter. Die heeft zich vertaald in positieve resultaten: het aantal mensen dat langer dan de wettelijke termijn van acht weken op een WIA-claimbeoordeling wacht, is in 2023 met 16 procent afgenomen. De groep die er al meer dan zes maanden op wacht, kromp zelfs met 63 procent. Al haast Hirscher zich te zeggen dat het wegwerken van de wachtlijsten nog wel enige jaren zal duren.

De resultaten, zo benadrukken zowel Sumter als Hirscher, zijn het gevolg van ‘moeilijke keuzes’ geweest. Zoals over de vraag: welke cliënten geef je voorrang? Hirscher: ‘Begin je bij de makkelijkste of juist bij de moeilijkste, meestal de mensen die al lang op een beoordeling wachten? We hebben de blik van buiten naar binnen gericht en ons afgevraagd: welke cliënten kampen met de grootste onzekerheid en hebben de meeste behoefte aan een uitspraak van ons? Dat zijn de cliënten die het langste op een eerste beoordeling zitten te wachten. Daarom hebben we intern en samen met het ministerie besloten die groep prioriteit te geven.’

Die voorrangverlening heeft verstrekkende gevolgen binnen de UWV-organisatie, schetst Hirscher. ‘Het klinkt zo eenvoudig, maar het vergt veel van medewerkers. Naast de verschuiving in hun werk hebben zij ontzettend vaak overgewerkt, ook in de weekenden. Om dat mogelijk te maken was een tijdelijke herziening van onze cao nodig, omdat die overwerk voor onder meer verzekeringsartsen verbiedt. Daar heeft de medezeggenschap mee ingestemd omdat ook zijn leden buikpijn van de lange wachtlijsten kregen.’ Het betekende tevens dat dossiers anders over kantoren en teams werden verdeeld en dat bepaalde diensten, zoals een Eerstejaars Ziektewetbeoordeling, niet of slechts minimaal werden gedaan. Hirscher: ‘Kantoren met kortere wachtlijsten namen bijvoorbeeld dossiers over van kantoren met langere. Daardoor moesten medewerkers soms hun eigen cliënten laten wachten en het voor lief nemen dat de doelen waarnaar ze als team streefden, niet of niet helemaal werden gehaald. Maar deze keuze werd als een gezamenlijke missie gevoeld en die focus bracht naast wrijving ook glans.’

'Ik vind de SMC’s een mooie ontwikkeling. Ik ben bij een aantal op bezoek geweest en zag de teams daar strálen, medewerkers stonden echt sámen om een cliënt heen.'

Wat aanzienlijk heeft geholpen, is dat UWV van het ministerie eerder al toestemming had gekregen voor buitenwettelijk beleid bij de WIA-claimbeoordeling van 60-plussers die twee jaar ziek zijn. Niet een verzekeringsarts maar een arbeidsdeskundige mag met een vereenvoudigde beoordeling vaststellen of iemand in aanmerking komt voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Op voorwaarde dat de betrokkene en de werkgever met die manier van beoordeling instemmen, krijgen cliënten daardoor sneller duidelijkheid over hun inkomen tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd. De verzekeringsartsen van UWV krijgen er meer ruimte voor andere cliënten door. De 60-plus-maatregel werd vorig jaar bij ruim 9.000 cliënten toegepast.

Aan de totstandkoming van deze uitzonderingsregel, die nog tot eind van dit jaar duurt, is veel overleg met werknemers- en werkgeversorganisaties en medezeggenschap voorafgegaan. Sumter: ‘Maatschappelijk gezien zou je willen dat iedereen weet waar hij recht op heeft en dat ook krijgt. Om de wachtlijstproblematiek op te lossen, is soms een maatregel nodig die in de wet niet zo bedacht is en die je in een perfecte situatie misschien niet zou hebben genomen. Daar moeten we wel eerlijk in zijn.’

Een ander besluit dat UWV eerder al nam en in 2023 ten uitvoer bracht, is de inrichting van sociaal-medische centra (SMC’s). Kern daarvan is dat een vast multidisciplinair team onder de inhoudelijke leiding van een verzekeringsarts steeds vaststelt op welke momenten welke inzet van welke discipline passend voor een cliënt is en welke aanvullende begeleiding daarna nodig is. Demissionair minister Van Gennip gaf de opdracht de SMC’s versneld in te voeren en vorig jaar gaf ook de medezeggenschap van UWV er een positief advies over.

Hirscher: ‘Daar ben ik blij mee. We zitten nu in de fase dat SMC’s normaal beginnen te worden en dan moet zo’n nieuwe structuur ook qua functie-indeling bestendigd worden. Begin 2025 willen we de kernelementen van een SMC overal in het land terugzien. Vorig jaar zijn we met de inrichting eigenlijk al verder gekomen dan we gehoopt hadden. Op al onze kantoren zijn nu één of twee teams bezig een sociaal-medisch centrum te worden.’ Desondanks wil Hirscher zich nog niet rijk rekenen. ‘We zijn ervan overtuigd dat de investering meer gaat opleveren dan ze kost, maar het is er wel eentje op de lange termijn. Het begint ermee dat medewerkers diepgaand met elkaar in gesprek gaan over de vraag: wie doet nou eigenlijk wat in ons team, waarom doen we dat, hoe is dat voor de cliënt, kunnen we het anders doen en zo ja, ben ik daar dan bang voor en waarom? Een open dialoog voeren, het eigenaarschap op je nemen en begrijpen dat een sociaal-medisch centrum is wat je er zelf van maakt, binnen bepaalde kaders. Het is een proces, waarin je de weg niet even kunt afsnijden. Beter om er iets langer over te doen dan dat onderliggende gesprek achterwege te laten.’

Ook deze beleidsbeslissing van UWV heeft de instemming van het ministerie, zegt Sumter. ‘Ik vind de SMC’s een mooie ontwikkeling. Ik ben bij een aantal op bezoek geweest en zag de teams daar strálen, medewerkers stonden echt sámen om een cliënt heen. Tegelijkertijd zie ik ook dat het om een cultuurverandering vraagt. Sommige UWV’ers hebben hun professie al jaren op een bepaalde manier uitgeoefend, dat moet je respecteren. Het kost tijd om te veranderen, om elkaar te leren kennen, om vertrouwen op te bouwen. UWV voert er wel een strak sturingsproces op, dat vind ik positief.’

Alle positieve ontwikkelingen in de wachtlijsten ten spijt, genoeg is het nog bij lange na niet, weten Hirscher en Sumter. Ook dit jaar en de komende jaren zal extra inspanning hard nodig zijn. Niet alleen om de bestaande wachtlijsten weg te werken, maar ook om ze niet buitensporig te laten groeien. Want, zo stelt Hirscher, het afgelopen jaar was er met maar liefst 15 procent onverwacht sprake van een forse groei van het aantal WIA-aanvragen.

‘Dat is wel een donkere wolk die boven ons hoofd hangt. We kunnen die stijging maar deels verklaren: effecten van corona en een krappe arbeidsmarkt die hogere werkdruk met zich meebrengt. Maar we zien ook veel mensen die op jonge leeftijd al langdurig ziek zijn en uitvallen. Werkgevers en arbodiensten doen daar nu nader onderzoek naar. Het is zorgelijk en roept de vraag op: hoe gezond is de Nederlandse arbeidsmarkt eigenlijk? Zijn we er als land wel zo goed in om mensen te helpen een nieuwe balans te vinden en duurzamer aan de slag te gaan wanneer ze een tijdje uitgevallen zijn? Als we dat niet begrijpen en daar niks aan doen, is het dweilen met de kraan open.’

Hirscher is daarom blij met het rapport van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), dat eind februari werd gepresenteerd. ‘Ik beschouw het als een steun in de rug. Welk van de drie varianten uit het rapport de politiek gaat kiezen, moeten we nog even afwachten, maar op heel korte termijn zouden wij graag een pakket zien dat het enorm complexe stelsel eenvoudiger en minder hard voor mensen maakt.’ Ook daarin vindt ze Sumter aan haar zijde. ‘Het stelsel is dan misschien niet stuk, maar wel toe aan groot onderhoud.’