Voice-over (VO): De arbeidsmarkt ontcijferd

Vincent Durivou (VD): Waarin we aan het eind van het jaar de balans opmaken: wat waren van alle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt nou de meest relevante? En is de krapte nou bijna voorbij of moet je als werkgever toch nog oppassen, ook in 2026?

VO: Welkom bij de podcast van UWV. Waarin we elke maand voorbij de cijfers van de arbeidsmarkt kijken en de verdieping opzoeken. Met één verhaal dat staat voor een grotere ontwikkeling. Onze experts nemen je mee aan de hand van feiten, analyses, voorbeelden en context. Met deze keer: waar staan we nu het jaar op zijn eind loopt? Wat waren de records van het afgelopen jaar? En waar liggen komend jaar de kansen?

VD: Ik ben Vincent Durivou. Naast me in de studio Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie bij UWV. En dit is aflevering 11 van de arbeidsmarkt ontcijferd. Rob, welkom.

Rob Witjes (RW): Ja, dank je wel, Vincent. Leuk hier weer te zijn.

VD: De jaarwisseling is in zicht. Hoe kijk jij terug op 2025?

RW: Ja, 2025 was een jaar waarin de krapte op de arbeidsmarkt iets is afgenomen, maar nog steeds zou je kunnen zeggen dat in heel Nederland over het algemeen de arbeidsmarkt krap tot zeer krap is. In 30% van de regio’s in Nederland is er zelfs sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt. Dus het is wel iets afgenomen, maar nog steeds heel veel kansen ook voor werkzoekenden.

En misschien ook nog goed om te vermelden is dat bedrijven nog steeds aangeven dat personeelstekorten de belangrijkste belemmering vormen in hun bedrijfsvoering. Dus ja, dat is eigenlijk onveranderd gebleven.

Ja, die krapte is er nog steeds. Maar wat we wel zien is dat het aantal reorganisaties is toegenomen. Je ziet dat veel meer bedrijven op dit moment aan het nadenken zijn: hoe kan ik het ook anders organiseren? Maar het komt ook door de oplopende kosten. We hebben natuurlijk in 2023 en 2024 gezien dat de salarissen behoorlijk omhoog gingen. En cao-onderhandelingen leverden heel veel op. En dan zie je dat bedrijven nu toch wel goed gaan nadenken van: ja, al die oplopende kosten … Moet ik niet toch helaas afscheid nemen van mensen, of in ieder geval een herstructurering gaan toepassen? Dus dat zien we wel heel duidelijk op dit moment.

Gelukkig is het dan ook weer zo dat, met die krappe arbeidsmarkt, heel veel mensen toch weer een baan vinden. Waardoor de werkloosheidsstijging beperkt blijft. En wat wel aardig is om te vermelden is dat we ook wel een record kunnen melden van het afgelopen jaar.

VD: Hé.

RW: Jazeker. Dat is dat we nog nooit zo veel mensen hadden in Nederland met een betaalde baan. Inmiddels zo’n bijna driekwart van de mensen tussen de 15 en 75 heeft een betaalde baan. En in aantallen zie je dat steeds toenemen. Als je kijkt: nu zitten we dan zeg maar aan het einde van het jaar. Ruim 50.000 meer dan een jaar geleden. Dus ja, ik wil zeggen, daar kan je bijna de ArenA of in ieder geval de Kuip mee vullen. Dus dat is echt wel een record om te vermelden.

Natuurlijk hebben we niet alleen een hoge participatiegraad – overigens een van de hoogste van Europa – maar natuurlijk ook het hoogste aantal deeltijdwerkers. En misschien is dat ook wel de reden waarom zo veel mensen werken, omdat ze ook in deeltijd kunnen werken. Maar goed, dat is wel het vermelden waard. Dus echt veel meer mensen aan het werk.

VD: Ja, mooi.

RW: En als ik toch nog even doorga over het afgelopen jaar: wat ik echt wel een historisch moment vind, is dat wij als UWV samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, TNO, SBB en CBS erin zijn geslaagd om een gemeenschappelijke skills-taal neer te zetten. Dat is echt een uniek moment geweest – volgens mij 24 september, was dat – waardoor je steeds meer gaat stimuleren dat de focus op skills binnen bedrijven en in de matching van grote belang is.

We zien dat met de focus op skills ook het blikveld van zowel werkgevers als werkzoekenden hiermee kan worden verruimd. En ook het onderwijsveld zou nog gerichter kunnen opleiden als er meer naar skills gekeken wordt. Dus dat is echt wel een mijlpaal binnen het werkveld van de arbeidsmarkt.

VD: Ja, dus het gaat eigenlijk allemaal heel erg voor de wind. Of zijn er toch ook puntjes van zorg?

RW: Ja, ik kijk altijd naar: het glas is half vol. Maar er zijn wel wat zorgpuntjes. Zo blijkt uit ons werkgeversonderzoek dat ruim twee derde van de werkgevers zegt: ja, die krappe arbeidsmarkt levert toch wel wat probleempjes op binnen mijn bedrijf. Als ik kijk naar de werkdruk, die werkdruk neemt toe. Als je een vacature niet kan invullen, dan moet het zittende personeel het werk overnemen. En TNO en CBS hebben dit jaar uitgezocht dat bijna één op de zes werknemers hun baan als stressvol aanmerkt. Dus wérkdruk, zeg ik – nou ja goed, dat is niet zo erg. Maar als je je baan als stressvol ziet, dat is dan toch wel een probleem, denk ik. En dat gaat met name om banen die, ja, zeg maar met hoge taakeisen en weinig autonomie, dus weinig ruimte om je je werk te kunnen indelen.

VD: En gaat het dan om heel speciale beroepen?

RW: Ja, het onderzoek van CBS en TNO laat zien dat het voornamelijk wel in de zorg en het onderwijs zich afspeelt. En er is één beroep dat er eigenlijk bovenuit steekt. Ik zou haast een quiz met je willen doen, Vincent.

VD: Dat ik even moeten raden.

RW: Ja, dat is die van apothekersassistenten. Ja, die ervaren behoorlijke werkdruk, misschien ook inderdaad weinig autonomie. En ze hebben toch ook wel te maken met behoorlijk wat klanten die ontevreden zijn, omdat hun medicijn weer niet geleverd is. Of omdat ze lang moeten wachten. Dat is de invulling die ik er dan maar even aan geef. Maar als ik bij mijn eigen apotheek kom, dan zag ik laatst een poster hangen aan de balie waarop stond: wees extra vriendelijk voor het personeel. Ik dacht even dat het met de kerstdagen te maken had. Dat had echt te maken met het feit dat zij toch nog best wel vaak geconfronteerd worden met ontevreden klanten, patiënten. Waardoor de apotheekassistenten ook psychologische druk ervaren, werkdruk.

En dan krijg je gelijk die psychische kwetsbaarheid. Want dat is natuurlijk wel een element dat in de maatschappij steeds meer gaat toenemen. En dat zien we ook terug in de uitkeringen, de WIA-uitkeringen. Want vooral vrouwen onder de veertig – en dan kijken we ook weer naar, nou ja, met name onderwijs, zorg – ervaren eigenlijk die psychische klachten en raken daardoor arbeidsongeschikt. We vermoeden wel dat het te maken heeft met de krappe arbeidsmarkt, wat ik net zei. Maar het heeft ook wel te maken met die maatschappelijke trends, de invloed van social media. Wat ook blijkt is dat thuiswerken voor velen erg interessant kan zijn. Maar dan gaat thuiswerken op in privé, zeg maar. Dat wordt met elkaar vermengd.

VD: Maar dan geldt voor die mensen dat ze te veel te doen hebben in te weinig tijd.

RW: Ja, in feite wel. Dus dan, kijk: je ziet niet alleen dat het om het werk gaat. Maar het gaat ook om tegenwoordig mantelzorgen, met een toenemend aantal ouderen, en kinderen. Weet dat allemaal maar te combineren.

VD: Ja, dat was je eerste punt. Ik heb zo’n vermoeden dat er dan ook nog een tweede komt.

RW: Ja, altijd, denk ik. Een tweede is toch wel dat als we nu al een aantal jaar een krappe arbeidsmarkt hebben, dan blijkt toch dat het aantal mensen dat met een arbeidsbeperking of vanwege een wat hogere leeftijd werk vindt, dat neemt maar mondjesmaat toe. En dan denk je: hoe kan dat toch? Want met die krappe arbeidsmarkt – iedereen zou mee moeten kunnen doen. En dat blijkt dan toch maar heel beperkt. En het is zelfs zo – dat hebben wij uitgezocht, we hebben onderzoek gedaan onder werkzoekenden – dat ruim zeven op de tien 55-plussers met een WW-uitkering ervaren dat hun leeftijd een negatieve invloed heeft gehad op de sollicitaties die ze hebben verricht.

VD: Toch nog.

RW: Soms horen ze überhaupt niks op een sollicitatie. En dan, wat ik net zeg: als het nu in de krappe arbeidsmarkt niet lukt om aan de slag te komen, om hen de kans te bieden, wanneer dan wel? Dat is een groot vraagteken, zou ik zeggen. We zien aan de andere kant wel – dat is weer de andere kant van de medaille – dat wél meer werkgevers bereid zijn om mensen aan te nemen en ze dan te, ja, zeg maar om te scholen of in ieder geval te helpen met een opleiding en om het takenpakket van de kandidaat aan te passen. Dus daar zien we wel een beweging dat als zij mensen aannemen die niet voldoen aan alle functie eisen, dat ze wel bereid zijn om te investeren in die kandidaat. Dat is dan weer andere kant van de medaille.

VD: Ja, dat is hoopvol. Toch even terug naar de minpunten, want laten we eens kijken naar AI. Maak je je daar helemaal geen zorgen over?

RW: Nou, misschien is dat wel het derde zorgpunt. Nou ja, zorgen, zorgen. Ik zou in ieder geval een waarschuwing willen afgeven. Kijk, die banen veranderen continu en zowel werkgevers als werknemers zullen hier goed op moeten inspelen. En uit ons werkgeversonderzoek blijkt dat werkgevers aangeven dat aanpassingsvermogen misschien wel de belangrijkste vaardigheid wordt voor de komende jaren. En dat denk ik zelf ook, hoor. Want ik denk: met die AI-ontwikkelingen wordt er nog wat te gemakkelijk van uitgegaan - kijkend het naar het verleden – van: ach, dat loopt misschien niet zo’n vaart, en er komen meer banen bij dan er verdwijnen. Ja, ik weet het niet. De onderzoeken buitelen over ons heen, zou ik haast zeggen.

VD: Nou.

RW: En wat natuurlijk wel zo is, is dat je het niet moet overschatten, maar zeker niet – en kijkend naar de langere termijn – moet onderschatten. Dus ja, waar het precies naartoe gaat, weet ik niet. Het levert nieuw werk op, maar ongetwijfeld zullen ook mensen hun werk verliezen of dusdanig zien veranderen dat zij alle zeilen moeten bijzetten om bij te blijven.

En dat is natuurlijk ook wel de waarschuwing die ik wil meegeven: dat ja, mensen zullen zich continu moeten blijven ontwikkelen en bijscholen en relevant blijven. En dat is natuurlijk altijd zo, maar nu met die AI denk ik dat dat nog relevanter gaat worden.

Als je denkt van: ah joh, het loopt niet zo’n vaart, dat valt allemaal wel mee, dan krijg je toch behoorlijk denk ik het deksel op je neus. En organisaties doen er wel goed aan om gericht aandacht te besteden aan de inbedding van AI, en niet over te laten aan het individu of dit er wel ‘iets mee heeft’ of niet. En het is noodzakelijk om de nodige begeleiding te geven en uiteraard een bedrijfsvisie te ontwikkelen. En wat heel belangrijk is, is te investeren in de adoptie van AI binnen de organisatie.

VD: Ja. Nou, goed, tot zover de terugblik. Heel benieuwd naar jouw advies aan werkgevers voor het komend jaar. Maar eerst een korte blik op de cijfers.

VO: De arbeidsmarkt-update.

VD: Rob, welke cijfers verwacht je voor 2026?

RW: Kijk je naar de arbeidsmarkt en kijk je dan bijvoorbeeld naar onze eigen prognoses, dan is toch de verwachting dat die arbeidsmarktkrapte net weer iets verder afneemt, maar die is zeker nog niet weg. De Nederlandse arbeidsmarkt blijft een van de krapste van de EU.

En de verwachting is wel dat de werkloosheid iets oploopt. Vooral omdat meer mensen zich aanbieden voor werk en dan niet meteen een baan vinden. Er zijn toch minder vacatures, naar verwachting. En ook zien we, wat ik aan het begin al zei, dat meer bedrijven aan het reorganiseren zijn, vooral door een verslechterde financiële situatie. Heel veel mensen lukt het om wel weer een baan te vinden, aansluitend. Maar het zal toch ook wel leiden tot een iets verhoogde werkloosheid. Dus de algemene verwachting is dat, waar we nu nog steeds een lage werkloosheid hebben van 4,0 procent, dat het gemiddeld naar 4,1 tot 4,2 procent gaat. Dus het gaat omhoog.

Wat wel vermeldenswaardig is: UWV verstrekt natuurlijk de WW-uitkeringen. Sinds september 2021 zitten we onder de 200.000, soms vér onder de 200.000. De verwachting is wel – we zitten er nu net onder – dat we er volgend jaar wel net iets bovenuit komen. Dus dan zou je voor het eerst sinds september 21 zien dat we meer dan 200.000 uitkeringen hebben.

VD: Ja, dus toch historische cijfers, mogen we zeggen.

RW: Zeker.

VD: En speciaal voor deze eindejaarsaflevering: wat is jouw getal van het jaar?

RW: Een getal heb ik uitgekozen van vier.

VD: Vier. Oké, leg eens uit.

RW: Nou, volgens mij noemde ik net al de werkloosheid, die is op 4 procent uitgekomen. Althans, het gemiddelde zal misschien nog net op 3,9 uitkomen voor het jaar. Maar voor de eerste vier jaar heeft het dus 4 procent aangetikt. Ja, en als je dan toch … Ik hou ontzettend van lijstjes.

VD: Het is ook de tijd van het jaar.

RW: Daarom. Als je dan, zeg maar de eeuw tot nu toe op een rij zet, dan komt 2025 – kijkend naar de laagste werkloosheid – op de vierde plek. Dus 2022, 23 en 24, die staan op het podium. En 2025 – als je kijkt naar de laagste werkloosheid van deze eeuw tot nu toe – ja, komt op de vierde plek. Dus andermaal vier. Vandaar dat ik vier gekozen heb als het cijfer van het jaar.

VD: Helemaal rond, en ook weer een positieve noot. Oké, aan het eind van deze aflevering én van het jaar: wat is jouw belangrijkste tip voor werkgevers voor het komend jaar?

RW: Nou kijk, werkgévers … Nou, ik put dan even uit ons recente onderzoek gehouden onder werkzóékenden. En dat is eigenlijk … Het zijn meerdere tips, hoor. Dus als je mij toestaat, dan verpak ik het in meerdere tips.

Nou, verdiep je als werkgever, als je een vacature uitzet, ook wat vaker in de belevingswereld van de sollicitant. Want kijk: je kan als werkgever natuurlijk een heleboel mensen afwijzen, maar dat geldt ook omgekeerd. Het is ook niet zo dat zo’n kandidaat zomaar elke baan aanneemt, of die nou werkloos is of werkend is. Kijk, ze nemen ook de moeite om te solliciteren. Dus mijn advies is: neem ze alsjeblieft serieus en stuur op z’n minst – nou, dat is echt het minste wat je kan verwachten – een reactie op de sollicitatie. Waarom ik dat met nadruk zeg, is omdat veel mensen dat nog ervaren. Dat ze gewoon niks horen in deze tijd.

Wees zo open en volledig mogelijk in wat je vraagt. Dus als je bijvoorbeeld zegt: ik bied een marktconform salaris, weet dan dat heel veel sollicitanten gewoon afhaken en besluiten om niet bij jou te solliciteren. Want als jij niet noemt wat je kan verdienen, dan kan je het schudden als werkgever. En dat is echt uit ons onderzoek gebleken.

Nou, wat ook belangrijk is, is dat werknemers of potentiële werknemers het belangrijk vinden om de werksfeer te proeven. En ze hebben dus ook in toenemende mate interesse in meeloopdagen, kennismakingsgesprekken, open dagen. Je ziet ook dat UWV heel erg investeert in inspiratiedagen om werkgevers en werkzoekenden bij elkaar te brengen. Nou, dat levert echt heel veel verrassende matches op. En dat blijkt ook uit onderzoek. Dat mensen het proeven van de werksfeer of een indruk krijgen van: hoe is dat bij zo’n bedrijf, wat is dat voor werkgever, wat is dat voor baas? erg belangrijk vinden. Dus beste werkgevers, investeer in meeloopdagen, kennismakingsgesprekken, open dagen en dat soort laagdrempelige vormen van kennismaken.

VD: Helder. En welgemeend advies voor het nieuwe jaar. Dank je wel, Rob.

RW: Graag gedaan.

VO: Dit was de podcast ‘De arbeidsmarkt ontcijferd’. Abonneren, dat kan via de bekende podcastplatforms. Benieuwd naar nog meer cijfers én verdieping? Kijk dan op uwv.nl/arbeidsmarktinformatie. Tot de volgende keer!