‘Kwetsbaarheid’ is een begrip dat zowel verduidelijkt als stigmatiseert, zegt Brouwer, hoogleraar Sociale Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Aan de ene kant maakt het inzichtelijk waarom sommige mensen het bijvoorbeeld niet volhouden om voltijds of regelmatig te werken. Aan de andere kant kan het stempel ‘kwetsbaar’ je een negatief zelfbeeld geven, demotiverend werken, en beïnvloeden hoe anderen je zien.’
Kwetsbaarheid kan ontstaan vanuit de persoon zelf, bijvoorbeeld door een gezondheidsprobleem. Maar ook door de omgeving: te hoge werkdruk, of problemen thuis, zoals schulden. ‘Kwetsbaarheid benaderen als persoonlijk tekort is dus niet constructief’, zegt Brouwer. Daarnaast onderscheidt ze tijdelijke kwetsbaarheid (bijvoorbeeld door ziekte of mantelzorg) en structurele kwetsbaarheid (bij chronische aandoeningen of ontwikkelingsstoornissen). Het gevaar schuilt in de stapeling van deze vormen, zoals bij mensen met autisme die na een reorganisatie of toegenomen werkdruk uitvallen.
'Door participatie te stimuleren en activeren destigmatiseer je kwetsbaarheid'
Het landelijke onderzoek naar autisme en werk waaraan Brouwer meewerkt, toont aan dat werkgevers een cruciale rol spelen. ‘Tot nu toe lag de focus op wat de persoon zelf kan doen, maar werkgevers kunnen invloed uitoefenen op de werkomstandigheden en -omgeving.’ Arboprofessionals kunnen hierin volgens Brouwer bemiddelen. De hoogleraar pleit voor een verschuiving van kwetsbaarheid naar kracht. ‘Het woord kwetsbaarheid helpt om groepen te identificeren die extra aandacht nodig hebben. Maar dat moet het vertrekpunt zijn om te kijken wat er nodig is om iemand weer zelfvertrouwen te geven.’
UWV kan bijdragen aan destigmatisering door participatie te stimuleren en activeren, en te kijken naar mogelijkheden in plaats van beperkingen. Brouwer ziet wel een spanningsveld: professionals moeten een balans vinden tussen menselijke maat en regelgeving. ‘Zij moeten cliënten niet reduceren tot een dossier, maar hen echt zíen en zorgen dat informatie begrijpelijk is.’ Ze verwijst naar arbeidsdeskundige Kor Brongers, die de ideale professional een ‘oliemannetje’ noemt. ‘Iemand die zorgt dat er olie wordt gesmeerd waar het stroef loopt tussen het systeem en de cliënt.’
Dit vereist een verandering in houding: uitgaan van iemands ervaring, behoeften en mogelijkheden. Brouwer vraagt zich af of fulltime werken voor iedereen haalbaar of wenselijk is. ‘Mensen kunnen ook bijdragen via vrijwilligerswerk of mantelzorg.’ Het veranderen van de kijk op kwetsbaarheid is volgens haar een langetermijnproces, waarbij nieuwe inzichten en een andere opleiding van professionals cruciaal zijn. ‘Zo dragen we bij aan betere, mensgerichte dienstverlening. Waarin kwetsbaarheid niet langer een label is, maar een aanleiding om te kijken naar iemands mogelijkheden en behoeften.’
Dit is een samenvatting van een interview met Sandra Brouwer in UWV Magazine van september 2025. Een pdf van dit magazine vindt u op deze pagina.