Roel in ‘t Veld is emeritus-hoogleraar Bestuurskunde aan diverse universiteiten. Eerder was hij bestuurder op gemeentelijk en nationaal niveau, topambtenaar, toezichthouder en adviseur.
‘Als twee regelingen met elkaar samenhangen in het oog van de burger, en ze betreffen sociale aspecten, dan horen ze bij elkaar’, legt In ‘t Veld uit. ‘Het toeslagenstelsel kan voor iemand dan bijvoorbeeld verbonden zijn met de volksverzekeringen of de jeugdzorg. En burgers hebben vaak met meerdere regelingen te maken. Dit kan een mix zijn van rijksregelingen en gemeentelijke regelingen, die steeds na elkaar tot stand zijn gekomen. En elke nieuwe regeling is gepresenteerd als een nieuwe oplossing voor een bestaand probleem, zonder voldoende te kijken naar samenhang met alles wat er al wás. Met als gevolg: spaghetti. Voor de burgers is het vaak onduidelijk welke regeling van toepassing is en welke stappen ze moeten nemen om hiervoor in aanmerking te komen.’
De samenhang is ingewikkeld en niet van tevoren gekend en daardoor ontstaat grote complexiteit, vervolgt hij: ‘Niet per se voor de ambtenaar die één enkele regeling beheert, maar wel voor de burger. Doordat de burger, en dan met name de intensieve gebruiker van het sociaal domein, als enige het geheel ervaart.’ In ‘t Veld stelt dat de politiek dikwijls geneigd is om falen toe te schrijven aan gebreken van uitvoeringsorganisaties. Onterecht, vindt hij: ‘Onze bevinding is dat de meeste rampen hun oorzaak vinden in slechte ontwerpen van regelingen, die vervolgens in slechte wetgeving zijn gestold, en geen rechtvaardige uitvoering mogelijk maken. De Algemene Rekenkamer en de commissie-Octas verklaarden bijvoorbeeld al langer dat de WIA-regeling onmogelijk goed is uit te voeren. Maar toen problemen aan de oppervlakte kwamen, was UWV het haasje.’
Hij constateert dat drie ‘in zichzelf verzonken beroepspraktijken’ de ontwerpfase domineren, en daarbij geen oog hebben voor de bredere samenhang: ‘De juristerij, de ICT-experts en de geldmeesters laten elkaar met rust, maar stellen strakke randvoorwaarden aan de inhoudelijk ontwerpen. Dit is een voorbode van onheil, omdat ze de ontwerpen in beton gieten en daardoor de snelheid van mogelijk noodzakelijke aan-passingen sterk verlagen. Bovendien verwaarlozen ze de dynamiek die eigen is aan alle bestuurlijke arrangementen: die zijn namelijk altijd onderhevig aan veranderingen en ontwikkelingen, zowel in de samenleving als in de praktijk van het bestuur. Die starheid in de ontwerpfase is ernstig, omdat mede daardoor een kloof ontstaat tussen wat rechtmatig is en wat rechtvaardig is.’
‘Voor de korte termijn stellen wij voor om een probleemoplosser in het leven te roepen, door ons kompaan genoemd, omdat die ook aan de kant van de burger opereert. Deze persoon kan met mandaat van de gezamenlijke uitvoerders een eind-beslissing nemen in moeilijke gevallen, waarin de regels ontoereikend of onderling strijdig zijn. Daarvoor is een zeer beknopte wet voldoende. Ook zou de politiek kunnen overeenkomen om te machtigen tot het door overheden niet incasseren van vorderingen, waar de billijkheid dit verlangt.’
Op langere termijn is volgens In ‘t Veld een krachtige vereenvoudiging van het sociale stelsel noodzakelijk, met beter doordachte arrangementen. ‘Wij stellen voor om daar een taskforce voor in het leven te roepen onder leiding van de minister-president. Maar is de politiek in staat op hoofdlijnen over de richting overeenstemming te bereiken? En hoe duurzaam zal gevonden overeenstemming zijn? De ervaring leert dat vereenvoudigen in het openbaar bestuur zo ongeveer het allermoeilijkst is.’
Meer van dit soort artikelen lezen? Meld u aan voor de nieuwsbrief van UWV Magazine en ontvang waardevolle artikelen over arbeidsmarkt en sociale zekerheid in uw inbox.