Dit artikel is onderdeel van een drieluik over de arbeidsmarkt. Hoe voorkomen we werkloosheid? En moeten we ons zorgen maken over de cijfers? Drie vakbondsleiders delen hun visie. Dit is deel 3.

Ja, de werkloosheid is laag en de arbeidskrapte nog hoog. ‘We komen uit een coronacrisis, we zitten middenin een energiecrisis, dus op die lichte stijging van de werkloosheid zijn wij nog niet aangeslagen. De cijfers zijn gewoon nog erg laag’, aldus Van Holstein. ‘Je ziet wel dat door de energiecrisis bepaalde bedrijven moeten afschalen, of zelfs stoppen en dat is op zich zorgelijk.’ Toch ziet Van Holstein op dit moment een veel belangrijker vraag: ‘Komen werknemers in positie zodat ze het loon krijgen dat ze verdienen? Want zij moeten ook die hogere energierekening en die duurdere boodschappen betalen. En: hoe zorg je ervoor dat functies aantrekkelijk blijven? Voor veel mensen is werkdruk en het vinden van de balans tussen werk en privé een lastig gegeven. Daar kunnen werkgevers nog heel veel in betekenen door ruimte te geven. Je ziet dat de overstap naar meer werken weinig gemaakt wordt, omdat meer werken slechts marginaal meer oplevert. Dat heeft alles te maken met ons toeslagen- en belastingstelsel.’

Om ook voor de toekomst een lage werkloosheid te houden is een sterke leer- en ontwikkelcultuur nodig, vindt Van Holstein. ‘De arbeidsmarkt verandert, er komen functies bij, er verdwijnen functies. De maatschappij stelt andere eisen, daarmee verandert ook de vraag naar kennis en vaardigheden. De energietransitie bijvoorbeeld veroorzaakt een grote vraag naar anders geschoold technisch personeel. Je moet je dan ook aan de voorkant afvragen: waar leiden we mensen nou eigenlijk toe op?’ Met andere woorden: we moeten kritisch kijken of er voldoende aantrekkelijke opleidingsmogelijkheden voor kansrijke beroepen zijn. En ook binnen het werk moeten mensen positief gestimuleerd worden zich te blijven ontwikkelen, zodat ze dat werk vol kunnen houden en mee kunnen groeien met veranderende eisen.’

'De maatschappij stelt andere eisen, daarmee verandert ook de vraag naar kennis en vaardigheden'

Ook de manier waarop mensen werk kunnen zoeken en zichzelf kunnen presenteren, verandert. ‘Daarbij moeten werknemers geholpen worden, vooral oudere werknemers. Juist bij die groep zit een deel van de werkloosheid. Vroeger zocht je naar vacatures in de krant, maar daarmee kom je er niet meer. Je moet leren netwerken en je presenteren via sociale media. Daar helpen wij als vakbeweging de mensen mee en ook voor UWV ligt daar een rol. De VCP probeert met Toekomstpro(o)f mensen op weg te helpen vóórdat ze in een uitkering belanden. Zoals in de regionale mobiliteitsteams, een samenwerking tussen gemeenten, UWV en sociale partners, die ontstaan is in de corona-crisis. Dat werkt goed, die samenwerking heeft grote meerwaarde. Voor ons allemaal – sociale partners, UWV – moet dát het streven zijn: niet zorgen dat werklozen zo snel mogelijk uit een uitkering verdwijnen, maar naast mensen staan en zorgen dat iemand weer passend duurzaam werk vindt.’