‘De punten die we in het statement hebben geschetst zijn voor ons als publieke dienstverleners belangrijk om bij de politiek over het voetlicht te brengen. In het politieke proces is er niet altijd belangstelling voor de uitvoering. Wij kunnen met een uitvoeringstoets input geven op nieuwe wet- en regelgeving: of het uitvoerbaar is en zo ja, wat daarvoor nodig is. Maar er wordt soms ook nog een amendement aangenomen, bijvoorbeeld naar aanleiding van het politieke debat. Daar worden wij als uitvoerders niet bij betrokken en met als resultaat dat de wet soms niet meer goed uitvoerbaar is.
Door ons aan tafel uit te nodigen, kunnen wij uitleggen wat wel en niet kan, wat de marge is, en kunnen we het belang van eenvoudige wetgeving met ruimte voor maatwerk onder de aandacht brengen. Dat laatste is belangrijk, omdat we willen voorkomen dat mensen die gebruik maken van onze dienstverlening in de knel komen doordat wetgeving in de praktijk een uitwerking heeft die niet zo bedoeld is door de wetgever. Daarom is aandacht voor hoe wet- en regelgeving in de praktijk uitpakt zo ontzettend belangrijk.
Voldoende tijd en geld is nodig om nieuwe wetgeving uit te voeren, maar ook voor “onderhoud” van de bestaande uitvoering. We moeten aan de eisen van deze tijd kunnen voldoen, bijvoorbeeld op het gebied van privacy, openheid en informatievoorziening. Dat moeten we blijven uitleggen. Gelukkig staat de politiek momenteel meer open voor de input van de uitvoering. Ook in de Kamer is het besef doorgedrongen dat de dialoog met uitvoerders nodig is. Alle lichten staan op groen. Ik merk dat ons statement ter harte wordt genomen en de eerste gesprekken zijn inmiddels gevoerd. Ik hoop dat we dat de komende periode kunnen uitbouwen.’