‘Ze voelen zich vaak gefrustreerd: wat doe ik fout? Ze zien niet meer wat ze anders kunnen doen. Er is ook angst: wat als het niet lukt? Een inkomen hebben is belangrijk, maar werk zorgt ook voor structuur en hangt samen met identiteit. Zeker als iemand lang hetzelfde werk deed en dat wegvalt, speelt de vraag: wie ben ik nog zonder werk? Bij een afwijzing wordt snel gezegd; het lag vast aan mijn leeftijd, gebrek aan ervaring of het gat in m’n cv. Mijn reactie daarop is: altijd navragen, nooit zomaar aannemen. Vraag dus altijd om feedback. Dat levert misschien wel verrassende inzichten op. Maar los daarvan, blijf niet te lang hangen in de reactie van een werkgever. Of in de mogelijke vooroordelen waar je tegenaan loopt als je al langer in de WW zit. De focus moet niet liggen op wat een werkgever denkt of vindt. Het gaat erom hoe een werkzoekende zijn of haar positie op de arbeidsmarkt kan verbeteren.’

‘Ik probeer te kijken hoe we de manier van solliciteren kunnen aanpakken. Verleg de focus en ga eens door een andere bril naar jezelf kijken, geef ik dan mee. Dan zie je waar wél kansen en mogelijkheden liggen. Stel, je zoekt werk als administratief medewerker, maar het aantal vacatures is beperkt en het aantal sollicitanten groot. De kans dat je geluk hebt, is klein. Kijk daarom naar vacatures die er wel volop zijn én die qua vaardigheden een grote overlap hebben met de functie van administratief medewerker. De lijst met kansberoepen van UWV vind ik bijvoorbeeld een handig hulpmiddel.’

‘Ik begin altijd met de vraag: wat kan je? Een competentietest, die via het Leerwerkloket van UWV ook toegankelijk is voor niet-uitkeringsgerechtigden, helpt om antwoord te krijgen. Het brengt de vaardigheden van een werkzoekende in kaart. Vervolgens stel ik de vraag: wat vind je leuk in een baan? Die antwoorden leggen we naast elkaar. Hiervoor gebruik ik vaak een beroepenvinder, waarmee je eigenlijk andersom zoekt naar werk; niet op functietitel, maar op wat iemand kan. Je vult vijf vaardigheden in die je beheerst en een branche die jou aanspreekt. Daaruit rolt een lijst met functietitels. Vervolgens gaan we in gesprek en op zoek naar alternatieve functies die aansluiten bij wat iemand kan.

'Het is belangrijk dat mensen verder durven te kijken, en niet alleen zoeken naar het werk dat ze deden. Kijk ook naar andere dingen die je blij maken. Zo begeleidde ik een man die administratief werk zocht, maar in zijn vrije tijd wielrende en sleutelde aan zijn racefiets. Hij had affiniteit met techniek, wat ook uit zijn competentietest kwam.

Hij was verrast dat iets wat hij als hobby zag, ook een ingang kon zijn voor een baan. Hij ging uiteindelijk als fietsenmaker aan de slag. Ook merk ik dat de meeste mensen iets ‘beters’ willen dan dat ze hebben gedaan. Terwijl een stapje opzij of naar beneden soms nodig is om op de plek te komen die het best bij je past. Durf een switch te maken, is vaak mijn belangrijkste devies. Op dat moment zijn de extra hulp en tijd voor een gesprek vaak net dat laatste zetje dat mensen nodig hebben.’