‘Het was vooral het rapport ‘Klem tussen balie en beleid’, van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties, waardoor ik me meer in de werking van uitvoeringsorganisaties wilde verdiepen', vertelt Spaai. Via hoogleraar Sandra van Thiel van Erasmus Universiteit Rotterdam kwam ik terecht bij UWV Kenniscentrum, waar ik een onderzoeksstage kon combineren met het schrijven van mijn scriptie. In het rapport werd veelvuldig verwezen naar de uitvoeringstoets. Een mooi instrument, maar er was nog weinig onderzoek naar gedaan.’
‘De uitvoeringstoets is wat mij betreft een onmisbaar onderdeel van het wetgevingsproces’
‘De uitvoeringstoets is wat mij betreft een onmisbaar onderdeel van het wetgevingsproces. Want met onuitvoerbare wetten kun je niet werken’, zegt Spaai. Bij de uitvoeringstoets reageren alle organisatieonderdelen van UWV op een wetsvoorstel. ‘Soms wordt ook de cliëntenraad betrokken. Alle betrokken partijen beoordelen de wet op de aspecten die hen aangaan. Uitvoerbaar? Groen vinkje. Onuitvoerbaar? Rood vinkje. De gezamenlijke resultaten gaan vervolgens naar de Raad van Bestuur, die een eindbeslissing neemt. Een monsterklus, want het hele traject moet binnen zes weken zijn afgerond. Als de beoordeling positief is, gaan het wetsvoorstel en de uitvoeringstoets naar de Tweede Kamer. In de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel staat ook een toelichting op de resultaten van de uitvoeringstoets.’
Spaai onderzocht waar UWV en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de beleidsvoorbereiding en uitvoeringstoetsfase kunnen verbeteren. Hij reconstrueerde vier beleidstrajecten: het beleid voor wensouderverlof, Individuele Plaatsing en Steun (IPS)-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep, de herijking van het handhavingsinstrumentarium binnen de sociale zekerheid en de tijdelijke verhoging van het lage-inkomensvoordeel. ‘Ik heb speciaal gekozen voor verschillende trajecten, van eenvoudig tot complex. De invloed van de uitvoeringstoets was dan ook wisselend.’
Bij de wetgeving voor wensouderverlof speelde de uitvoeringstoets een cruciale rol. Sterker nog: UWV nam zelf het initiatief voor een herijking. ‘Het wetstraject lag een tijd stil. Een collega heeft toen aan de bel getrokken. In het oorspronkelijke wetsvoorstel stond dat draagmoeders geen recht hebben op verlenging van hun bevallingsverlof als het kind na de geboorte nog wat langer in het ziekenhuis moet blijven. Dat is weliswaar uitvoerbaar, maar is het ook menselijk? UWV vond van niet. En niet menselijk betekent: niet wenselijk. Verlenging van het verlof is tijdens de uitvoeringstoets overgenomen in het wetsvoorstel.’
Toetsing vindt dus niet alleen plaats op de vraag of iets technisch uitvoerbaar is. ‘Alles is uitvoerbaar, als je onbeperkt geld en menskracht hebt’, zegt Spaai. ‘Sinds 2022 zijn de beoordelingscriteria van de uitvoeringstoets uitgebreid met meer oog voor onze cliënten en werkgevers. Uitlegbaarheid en doenvermogen worden nu ook als criteria ingezet. Dat zien cliënten en werkgevers niet, het proces speelt zich achter de schermen af, maar uiteindelijk krijgt iedereen te maken met betere wetten.’
‘Er liggen kansen wanneer wij als uitvoerder nog eerder in het wetgevingsproces worden betrokken. Er is in de loop der jaren al veel verbeterd. Vanuit de politiek en overheid is er steeds meer oog voor uitvoerbaarheid en voor de specifieke kennis van medewerkers in de uitvoering. Maar een wetgevingstraject start op een ministerie of in de politiek, en dan moet iemand er maar toevallig aan denken om de beoogde uitvoerder te betrekken bij de planvorming. Daarnaast wordt alleen het oorspronkelijke wetsvoorstel getoetst’, legt Spaai uit. ‘Wijzigingen die bij behandeling door de Tweede Kamer worden toegevoegd, worden niet getoetst.’ Idealiter vindt er op die wijzigingen ook een lichte toets plaats. Ander nadeel van de uitvoeringstoets is dat het een gesloten vraag aan de uitvoeringsorganisatie is. ‘Is het voorstel uitvoerbaar? Daar kun je alleen ja of nee op antwoorden. Maar je zou UWV-professionals in een eerder stadium ook kunnen vragen onder welke voorwaarden iets wel of niet werkt.’ De samenwerking met SZW verloopt steeds beter, ziet Spaai. ‘We maken nu gezamenlijk met het ministerie een beleidsoverzicht, om een totaalbeeld te krijgen van wat er loopt en wat er in het vat zit. Met een beter beeld kun je beter plannen en kom je tot betere plannen.’
Meer van dit soort artikelen lezen? Meld u aan voor de nieuwsbrief van UWV Magazine en ontvang waardevolle artikelen over arbeidsmarkt en sociale zekerheid in uw inbox.