‘Onder meer de bevindingen van de Parlementaire commissie Kinderopvangtoeslag en de commissie-Bosman hebben het besef vergroot dat de uitvoering cruciaal is voor het verwezenlijken van politieke plannen. Politici en bestuurders hebben allerlei ideeën om de samenleving beter in te richten. Maar als die ideeën in de uitvoering tot problemen leiden, wordt de samenleving daar niet beter van. Dan blijven het plannen, omdat ze niet kunnen worden uitgevoerd, of kunnen burgers en bedrijven er de dupe van worden.

Het is dus essentieel dat de uitvoeringsdiensten gehoord worden. De Belastingdienst zorgt elk jaar voor ongeveer 300 miljard aan inkomsten voor de Staat. Daar worden onder andere zorg, onderwijs, veiligheid en wegen van betaald. Je mag dus gerust zeggen dat de Belastingdienst ontzettend belangrijk is voor de collectieve voorzieningen. Dat geldt niet alleen voor de Belastingdienst maar ook voor andere uitvoeringsorganisaties. Als het daar spaak loopt, zijn de maatschappelijke gevolgen enorm.

Bij het heffen en innen van belastingen gaat veel goed. Maar onder meer door achterstallig onderhoud in de ICT-systemen staat de dienstverlening aan burgers en bedrijven wel onder druk. Dat betekent ook dat we de komende tijd maar beperkt in staat zijn om nieuwe regelgeving door te voeren. Het is goed om daar bijtijds met de politiek over van gedachten te wisselen.

Als ambtenaren zijn we van nature dienstbaar; we zijn terecht geneigd om er alles aan te doen om wensen vanuit de politiek te honoreren. Maar we moeten ook leren grenzen te stellen, leren waarschuwen als beleid slecht of moeilijk uitvoerbaar blijkt en aan de noodrem trekken als blijkt dat beleid ongewenste gevolgen heeft.

Daarom zijn we als uitvoeringsorganisaties in gesprek met ‘Den Haag’ zodat daar de juiste afwegingen worden gemaakt. Er zijn inmiddels gesprekken geweest met de informateur en de minister president en dat is een mooie beweging.

Het gaat er nu om dit besef vast te houden. Als Belastingdienst zijn we nu bijvoorbeeld bezig met de voorbereidingen van een werkbezoek van de vaste Kamercommissie. Kamerleden zijn echt heel erg benieuwd naar ons en wij naar hen natuurlijk. Ik weet zeker dat als we elkaar hebben ontmoet en naar elkaar hebben geluisterd, we elkaar ook beter begrijpen.’