Wat zijn – nu er druk wordt geformeerd – voor experts de heetste hangijzers op het gebied van de arbeidsmarkt, sociale zekerheid en de inrichting van de verzorgingsstaat? Welk dringend advies hebben zij voor de aanstaande coalitie? In deze serie vragen we het aan meerdere hoogleraren.
Wilthagen hoeft niet lang na te denken over zijn oproep: ‘Stel de loondoorbetalingsverplichting van werkgevers bij ziekte op één jaar. Werknemers twee jaar doorbetalen, zoals nu gebeurt, is fnuikend. Werkgevers zijn van nature risicomijdend. Het huidige systeem zorgt voor nog meer koudwatervrees om mensen met een ‘vlekje’ aan te nemen, omdat werkgevers vrezen dat ze snel kunnen uitvallen. Daardoor miskennen we talent dat we goed kunnen gebruiken.’
Liefst gaat hij direct nog een stap verder. ‘Ik vind eigenlijk dat de doorbetalingsverplichting terug moet naar zes weken. Dat klinkt drastisch, maar geen enkel ander land ter wereld heeft zo’n lange termijn als wij. Sterker nog: in Duitsland is het zes weken en in België hoeven werkgevers over het algemeen maar twee weken door te betalen. Daarna wordt het loon overgenomen door collectieve fondsen.’ Er is geen duidelijke reden om het in Nederland zo anders te blijven doen, stelt hij. ‘Zeker omdat het bewezen niets oplevert. We hebben juist opvallend hoge arbeidsongeschiktheids- en ziekteverzuimcijfers.’
De krapte op de arbeidsmarkt is historisch. Toch staan er 1 tot 2 miljoen mensen aan de kant. Dit is een vreemde paradox, stelt Wilthagen, en hij heeft niet het idee dat het hoog genoeg op de politieke agenda staat. ‘Ik vind het jammer dat CDA en D66 er niet meer over zeggen. Het gaat vooral over de hypotheekrente en migratie, maar we staan voor enorme veranderingen: de energie- en klimaattransitie, de krapte in de zorg, de woningnood. Gebrek aan mensen met de juiste skills is de achilleshiel van al die transities. Om onze brede welvaart te behouden is een arbeidsmarkttransitie daarom ook bittere noodzaak. Je moet mensen hebben voor al het werk dat op ons afkomt.’
Nederland scoort slecht op het gebied van inclusiviteit op de werkvloer. Ook dat is een probleem, stelt de hoogleraar. ‘Iedereen moet mee kunnen doen. Op Europees niveau doen wij het qua inclusie opvallend slecht. We zijn een van de rijkste landen ter wereld, maar zien geen businesscase in mensen die een tikkeltje ‘anders’ zijn. Het lijkt wel alsof ze het niet waard zijn om in te investeren. Terwijl ze juist zo waardevol kunnen zijn voor de economie, dankzij hun vaardigheden en talenten.’
Programma's zoals het doelgroepenregister, bedoeld om banen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, helpen volgens hem maar beperkt. ‘Overheidsinstellingen doen het als inclusieve werkgevers zelfs het slechtst. En als je vraagt waarom, volgt altijd hetzelfde antwoord: ‘We hebben hoogopgeleide mensen nodig.’ Wat een onzin. Alsof alleen laagopgeleide mensen aan de zijlijn staan.’
Wilthagen ziet werk als de ‘koninklijke route’ naar maatschappelijke participatie, maar volgens hem wordt dit nog niet genoeg benadrukt. ‘Op een feestje is ‘wat doe jij?’ de eerste vraag die je aan iemand stelt. Werk is een deel van je identiteit, je waarde. Er is geen betere manier om mensen mee te laten doen, en dat geldt ook voor vluchtelingen en statushouders. We gaan veel te slordig om met mensen die willen werken.’
De weg naar verbetering begint volgens Wilthagen met het tonen van lef. Als werkgevers het aandurven om meer ouderen, mensen die ziek zijn geweest of mensen met chronische aandoeningen aan te nemen, is dat volgens hem ‘een grote plus’ voor de arbeidsmarkt. ‘Je boort op deze manier onbenut talent aan.’
Scholing is een ander essentieel onderdeel van verandering. Zijn gedroomde arbeidsmarkttransitie vereist namelijk sturing. ‘Ik pleit voor het ‘Barbapapamodel’, waarbij opleidingen een bredere basis krijgen, zodat mensen makkelijk kunnen switchen naar een andere sector. Ze kunnen dan – net als de beroemde tekenfilmfiguur Barbapapa – van gedaante veranderen.’ Als voorbeeld noemt hij de populaire studie Eventmanagement. ‘Daarin leer je evenementen organiseren. Die opleiding schurkt tegen zorgopleidingen aan: goed kunnen organiseren is tenslotte ook belangrijk in de zorg. Ik zeg: vul de basis van dergelijke opleidingen aan met zorgcompetenties, zodat je makkelijker naar de zorg kunt overstappen.’
Wilthagen bruist van de ideeën om de krapte op te lossen. Vooruit, nog een laatste quick fix om ervoor te zorgen dat mensen met deeltijdbanen meer uren kunnen werken. ‘Er zijn ongeveer 2,5 miljoen werkende ouders. Een vijfde van deze ouders zegt: ‘Als de kinderopvang beter wordt geregeld, wil ik best een dag meer werken.’ Dat gaat om een half miljoen mensen! Mijn advies aan de toekomstige coalitie: maak dat systeem nou eens eenvoudiger en goedkoper. Of beter nog, maak het gratis, zoals in Zweden of Denemarken. Daar weten ze allang dat goede kinderopvang essentieel is voor de participatie.’
Om een prominente rol te spelen in het sociale systeem, moet UWV zich, behalve als uitvoerder van werknemersverzekeringen, volgens Wilthagen meer positioneren als arbeidsbureau. Hij hoopt dat de nieuwe regionale werkcentra, waarin UWV met gemeenten en sociale partners samenwerkt, hun werk gaan doen: ‘Mensen, ongeacht hun positie, van werk naar werk helpen.’
Maar met een blik op het verleden is hij enigszins sceptisch: ‘Na de Mobiliteitsteams, de Mobiliteitscentra en de Centra voor Werk en Inkomen is dit alweer de vierde poging om een laagdrempelige plek te creëren waar je mensen alles over werk kunt vertellen en hun de weg kunt wijzen. De tragiek van UWV is dat er elke maand weer iets in het nieuws is wat niet goed gaat. Ik gun UWV dat dit wél een succes wordt.’
Een praktische tip voor de werkcentra schudt hij al uit zijn mouw: ‘Ga ook op zaterdag open! Zo kunnen mensen er op hun vrije dag binnenlopen om te kijken naar welke stap ze kunnen maken en welke opleidingen er zijn.’
Daarnaast kan UWV veel meer doen met de schat aan individuele data die het in huis heeft. ‘De mensen die deze data beheren bij UWV hebben er veel kijk op. In combinatie met het onlangs ontwikkelde CompetentNL, een beschrijving van skills gekoppeld aan beroepen en functies, kan er veel meer dan nu gebeurt. Een handige bankmedewerker naar een technisch beroep leiden bijvoorbeeld. Als modern arbeidsbureau kan UWV ervoor zorgen dat mensen aan het werk komen én blijven. ‘Wij zorgen voor werkzekerheid’, die zin moet je eigenlijk op alle UWV-gebouwen projecteren.’
‘Constaterende dat de verplichting dat Nederlandse werkgevers twee jaar lang het loon moeten doorbetalen van zieke werknemers een wereldwijd unieke regel is en sterk afwijkt van die in onze buurlanden, dat deze regel leidt tot versterkte risico-aversie onder werkgevers, daardoor een inclusieve arbeidsmarkt in de weg staat en bovendien niet verhindert dat de Nederlandse arbeidsongeschiktheids- en ziekteverzuimcijfers Europees gezien bovengemiddeld hoog zijn, verzoekt de regering om de duur van de loondoorbetalingsverplichting van werkgevers in het geval van ziekte van de werknemer van twee jaar terug te brengen tot één jaar en gaat over tot de orde van de dag.’