UWV maakt onderdeel uit van de coalitie die de ontwikkeling en toepassing van technologie voor een inclusieve arbeidsmarkt stimuleert, coördineert en ondersteunt. We spraken beide kopstukken over waarom juist nu de coalitie belangrijker dan ooit is.

Steven: ‘De tijd is voorbij dat werkgevers hun lijstje met wensen aan de deur kunnen hangen en kandidaten zich in rijen van drie opstellen. Je ziet dat werkgevers oplossingen zoeken om de juiste werknemers te vinden’. Ton vult aan: ‘Een compleet andere situatie dan tijdens de recessie vanaf 2008 waarin het moeilijk was om aan werk te komen of te behouden. Laat staan voor mensen met een arbeidsbeperking. Inmiddels zitten we met de coalitie in een soort nu of nooit-situatie. De huidige arbeidsmarktkrapte en vraag naar mensen biedt ruimte om mensen met een beperking in beeld te brengen, te includeren en te ondersteunen met technologie. Als het nu niet lukt, dan lukt het nooit.’

De CTI zet zich in om technologie en werk en inkomen met elkaar te verbinden om zo een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren. De coalitie is een samenstel van organisaties en mensen. Zo spelen UWV en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een belangrijke rol. Verder zijn er mensen vanuit de wetenschap betrokken, net als ondernemers die al op het vlak van inclusieve technologie bezig zijn en vertegenwoordigers van mensen met een arbeidsbeperking. Ook de technologieontwikkelaars, importeurs en toepassers van die technologie zijn belangrijk. Steven: ‘En dan moet je uiteraard nog in de richting van werkgevers uitdragen dat technologie een oplossing is om werk en werkzoekenden bij elkaar te krijgen.’

Het welbevinden van de werkende mens, de arbeidsmarktkrapte en de razendsnelle technologische ontwikkelingen zoals cobots, software en AI-toepassingen bewijzen dat de coalitie meer dan bestaansrecht heeft. Toch kan je een werkgever niet dwingen om bepaalde technologie te adopteren. Ton: ‘Het is de taak van de coalitie om werkgevers te laten zien dat ze met technologie meer mensen in het bedrijf kunnen opnemen of behouden en ze verleiden om daar gebruik van te maken. Met als doel om zaken verder op te schalen bij meer werkgevers in de regio of in de sector.’ ‘Bepaalde oplossingen worden namelijk al toegepast op kleine schaal, vaak bij organisaties die daar ook bewust voor kiezen. En de rol van de coalitie is juist om dit te mainstreamen’, aldus Steven. 

Dit doen ze onder andere met voorzieningen vanuit UWV, maar ook via een tweetal challenges die tot nu toe georganiseerd zijn. Daarbij worden organisaties uitgedaagd om ideeën in te dienen voor pilots waarbij technologie wordt ingezet voor een inclusieve arbeidsmarkt.

Steven ziet de grootste uitdaging in de inpassing van inclusieve technologie in de organisatie van de werkgever. ‘Het mooie aan die inclusieve technologie is dat het helpt om bruggen te bouwen. Maar je moet als organisatie die brug die techniek kan verzorgen wel zélf bouwen. Het heeft geen zin als dit van bovenaf of buitenaf erin geduwd wordt.’ Ton beaamt: ‘De ondernemer, maar ook de collega's moeten inderdaad bereid zijn om de aanpassingen te maken. Het vergt een soort tolerantie voor technologie. Én een langetermijnvisie dat dit soort investeringen in het licht van de arbeidskrapte uiteindelijk ook heel rendabel zijn.’ 

Bovendien richten producenten van technologie zich volgens Ton voornamelijk op markten waar ze een goede business case op los kunnen laten, zoals ziekenhuizen of verzorgingstehuizen. Daar zijn budgetten en kan geld verdiend worden. Belangrijk is echter ook dat de focus komt te liggen op de mens die werk zoekt. ‘En dat past weer mooi bij de missie en waarden van het UWV.’

Benieuwd naar praktijkvoorbeelden van inclusieve technologie? Ga naar Coalitie voor Technologie en Inclusie.