De WIA-instroom vanuit het Ziektewet-vangnet is, vergeleken met de instroom van reguliere werknemers, sinds de invoering van de WIA relatief sterk gestegen. Het vangnetaandeel in de WIA-aanvragen bedraagt ongeveer 40% ten opzichte van 25% in de WAO-tijd. Bovendien gaat het hier om een zwakke groep, waarbij zich ook draaideurverschijnselen voordoen. UWV heeft als taak om vangnetters te begeleiden en te re-integreren naar werk. De Wet activering vangnetters biedt daartoe meer mogelijkheden dan voorheen. Het is daarom van belang dat de arborol van UWV verder wordt ingevuld en gemonitord, waarmee ook het leerwerkproces gestalte kan krijgen. Analyses en onderzoek zijn gericht op het verkrijgen van inzicht in de situatie van vangnetters om zo de vraag ‘wat werkt voor wie wanneer’ te kunnen beantwoorden.